Lectoraat in het kort
Goede zorg en hulp zijn niet meer vanzelfsprekend. Of je nu jong bent of oud. De overheid heeft minder geld beschikbaar en er zijn te weinig professionals. Daarom wordt steeds vaker gevraagd om hulp van familie, buren of vrijwilligers. Tegelijk is samenwerking met zorg- en welzijnsprofessionals nog steeds belangrijk.
Ons lectoraat is een praktijkgerichte werkplaats. Samen met hulpvragers, vrijwilligersorganisaties, professionele organisaties en gemeenten uit de Gelderse Vallei onderzoeken we hoe samenwerking het beste kan. Wat is er nodig om zorg en hulp goed af te stemmen tussen hulpvragers, hun naasten, vrijwilligers en professionals?
We doen vooral actieonderzoek: samen aan de slag om praktijken te verbeteren en te ontwikkelen. Dat geeft plezier, moed en nieuwe kennis. We onderzoeken ook hoe vrijwilligersinitiatieven versterkt kunnen worden, en hoe onderwijs en welzijn elkaar kunnen aanvullen, bij voorkeur met inzet van vrijwilligers.
Voor wie?
Voor hulpvragers en hun omgeving, vrijwilligers, zorg- en welzijnsorganisaties, gemeenten en onderwijsinstellingen. Door samen te werken en te leren, groeit het vertrouwen, ontstaan er nieuwe ideeën en vloeit de kennis direct terug het onderwijs in.
Onderzoekslijnen
- Actieonderzoek naar versterking van de sociale basis in Ede en omgeving
- Wat is het recept van succesvolle vrijwilligersinitiatieven?
- Hoe verbinden we inwoners met een niet westerse achtergrond bij vrijwilligersorganisaties en vice versa?
- Projecten om de samenwerking tussen professionals en vrijwilligers te verbeteren.
- Ontwerponderzoek voor betere afstemming tussen hulpvrager, netwerk en professional
- Wat hebben professionals nodig (organisatorisch, houding, vaardigheden) om echt af te stemmen op de hulpvrager en de mantelzorgers?
- Wat is het goede gesprek in deze driehoek?
- Onderwijs en welzijn
- Invoering buddyproject op basisscholen waarbij ouders met ervaring buddy zijn voor ouders van een kind met een ontwikkelopgave. Zeer verrijkend voor samenwerking school, kind, ouders en welzijn.
- Actieonderzoek met scholen in de regio naar de manier waarop middelbare scholen zingeving kunnen thematiseren in het contact met leerlingen.
- Actieonderzoek naar de verbetering van de samenwerking tussen welzijnsprofessionals en onderwijsprofessionals.
Werkplaats Sociaal Domein
De Werkplaats Sociaal Domein Gelderse Vallei valt onder het lectoraat Informele Netwerken.
Sinds 2020 doet de CHE mee aan de Werkplaatsen Sociaal Domein.
Aansluiting bij de Werkplaatsen Sociaal Domein heeft geleid tot:
- meer structurele samenwerking met gemeenten
- verdieping van partnerschap
- verbeterde verbinding met het onderwijs
- meer focus en ontwikkelingsgericht onderzoek.
Onderzoeksprojecten
In de werkplaats sociaal domein Gelderse Vallei doen wij onderzoek naar de bijdrage die het ‘dialogisch werken met netwerken’, een benadering vanuit Finland, kan bieden aan het werken met het eigen netwerk van hulpvragers. Het is een langlopend onderzoek bestaande uit een inventarisatie van de huidige praktijk, een scholing in het dialogisch werken met netwerken en een evaluatieonderzoek naar het effect van de scholing.
Het versterken van de sociale basis is speerpunt van beleid bij de gemeente. Met het oog hierop hebben wij diverse grotere en kleinere onderzoeken lopen die bijdragen aan die versterking. Zo doen wij onderzoek naar de implementatie van ‘Welzijn op recept’, onderzoeken wij hoe cultuurverschillen ook op het gebied van religie en zingeving overwonnen kunnen worden om de zorg toch toegankelijk te maken voor iedereen, doen wij ontwerpgericht onderzoek naar de samenwerking tussen onderwijs, sociale basis en nuldelijnszorg met het oog op kind en gezin en doen wij onderzoek naar de mogelijkheden om preventief laagdrempelige langdurige zorg zo in te richten dat er minder een beroep hoeft te worden gedaan op complexe en dure crisiszorg. Het is maar een greep uit het pakket. Het leuke van de nauwe samenwerking tussen gemeenten, uitvoerende partijen en het lectoraat is dat er zich altijd wel nieuwe en mooie onderzoeksprojecten aandienen.
n vervolg op het promotieonderzoek ‘Ergens bij horen; gezinsconcepten in het sociaal werk’ doen wij nu onderzoek naar de bruikbaarheid van EFT voor sociaal werkers om preventief gezinsproblematiek te voorkomen.
Voor een kind met een extra ondersteuningsbehoefte is het belangrijk dat ouders en school goed samenwerken. Die samenwerking kan door verschillende oorzaken onder druk komen te staan. Een ervaringsdeskundige ouder, de buddy, kan ouders bijstaan en de relatie tussen ouders en school versterken.
In 2021/2022 is een pilot gestart rondom de inzet van buddy’s. In 2023 heeft deze pilot een vervolg gekregen binnen samenwerkingsverband Driegang (Gorinchem). Er is een training ontwikkeld voor de buddy’s en de implementatie van de inzet van buddy’s is onderzoeksmatig gevolgd. De opbrengsten van dit traject worden gepresenteerd op de volgende pagina.
Dit project is een samenwerking van het lectoraat Informele netwerken en laatmoderniteit van Sociale Studies met het lectoraat Samen Divers van de opleiding Educatie.
Voor vragen over dit project neem contact op met Ellen Aanen: ejaanen@che.nl
Actieonderzoek is samen leren, vertrouwen opbouwen en werken aan betere hulp en zorg.
lector Wim Dekker
Lector & kenniskring
Een lectoraat bestaat uit een lector en kenniskringleden (onderzoekers). Zij doen samen praktijkgericht onderzoek en verbinden dit met onderwijs en het werkveld.
Voor alle organisatorische en inhoudelijke vragen wat betreft het lectoraat en de werkplaats kan worden gemaild naar wsd@che.nl.
Wim H. Dekker (1965) studeerde Politicologie aan de Vrije Universiteit en is op 24 november 2020 gepromoveerd op de betekenis van het gezin in het sociaal werk. Als lector coördineert hij de Werkplaats Sociaal Domein Gelderse Vallei. Zo nu en dan zoomt hij uit en reflecteert hij met een sociologische bril op de uitkomsten van allerlei onderzoek. Vandaar het begrip laatmoderniteit in de titel van zijn lectoraat. Zie hiervoor ook zijn lectorale rede Vertrouwen; de opgave van het sociaal werk in een gepolariseerde context.
Hij is redacteur van Wapenveld (tijdschrift over geloof en cultuur) en publiceert maandelijks een column in het Nederlands Dagblad.
Ellen Aanen-Zilvold (1963) studeerde klinische en gezondheidspsychologie aan de Universiteit van Leiden. Ze werkte als psycholoog in het basis- en speciaal onderwijs, waar ze het belang van goede samenwerking met ouders en verzorgers heeft ervaren.
Door onderzoek naar de inzet van ervaringsdeskundige ouders (buddy's) in het onderwijs hoopt ze bij te dragen aan de versterking van de samenwerking tussen ouders en school.Daarnaast is zij docent onderwijskunde bij de opleiding Leraar Basisonderwijs, actief bij verschillende masters en geeft ze nascholing.
Corine Clavero, MCH (1978) studeerde Sociaal Pedagogische Hulpverlening en is opgeleid als Contextueel Therapeut. Beide opleidingen volgde zij aan de CHE. Daarnaast is zij Systeemtherapeut i.o. Zij is werkzaam geweest als trainer voor cultuursensitief werken en als jeugdprofessional voor de gemeente Rhenen.
Corine draagt bij aan de werkplaats Sociaal Domein Gelderse Vallei, waarin de afstemming tussen hulpvrager, informeel netwerk en professional centraal staat. In deze afstemming wordt gekeken naar de bijdrage van dialogische gespreksvoering. De samenwerking vindt plaats met gemeenten binnen de Foodvalley, waarin zowel onderzoek als training een centrale rol hebben. Samen wordt er gekeken welke dialogische principes eventueel kunnen bijdragen aan het komen tot afstemming in de driehoek hulpvrager, informeel netwerk en hulpverlener.
Naast dat Corine betrokkenheid bij het lectoraat informele netwerken en laatmoderniteit is zij docent aan de CHE en is werkzaam in een eigen praktijk.
Albert van Dieren (1963) MCH, is opgeleid als maatschappelijk werker, is contextueel therapeut en trainer/therapeut dialogische benadering (gecertificeerd). Binnen de kenniskring is hij verantwoordelijk voor het onderzoek naar de bijdrage van dialogische benadering met netwerken aan de kwaliteit van de afstemming tussen sociaal werker, hulpvrager en informeel netwerk. Het ontwerpgerichte onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het CJG in de gemeentes Ede, Rhenen en het TTJ van de gemeente Ede. In de eerste fase van het onderzoek wordt gekeken hoe er wordt samengewerkt met het infomeel netwerk in de huidige beroepspraktijk. Tijdens de tweede fase van het onderzoek wordt samen met de instelling een training ontworpen welke de dialogische principes en hoe deze eventueel kunnen bijdragen aan het komen tot afstemming in de driehoek, hulpvrager, informeel netwerk en hulpverlener. Gedurende de derde fase wordt onderzocht wat de bijdrage is geweest van de dialogische principes in netwerkgesprekken en hoe dit is ervaren door de sociaal werker, hulpvrager en de netwerkleden.
avdieren@che.nl
Maria Jonker MSc (1986) studeerde pedagogische wetenschappen, behaalde de master Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken aan de Universiteit Utrecht en de master Leraar VHO Maatschappijleer aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte als welzijnswerker, docent in het middelbaar onderwijs en zelfstandig onderzoeker.
Momenteel is ze onderzoeker binnen het lectoraat Informele Netwerken & Laatmoderniteit en docent Onderzoek aan de opleiding Social Work van de CHE.
Marieke van den Heuvel (1991) studeerde Pedagogische Wetenschappen (bachelor) en Ontwikkelingspsychologie (research master) aan de Universiteit Utrecht. Begin 2023 promoveerde ze op het verbeteren van depressiepreventie bij jongeren. Ook ontwikkelde ze een preventieve groepstraining die inmiddels breed wordt toegepast in het onderwijs, de jeugdhulp en het sociale domein.
Haar huidige onderzoek richt zich op de rol van school in de preventie van mentale problematiek bij jongeren en in het bijzonder wat het schoolmaatschappelijk werk hierin kan betekenen. Ook geeft ze geregeld lezingen, workshops en trainingen over dit onderwerp.
Annemarie Muskee (1979) is opgeleid tot maatschappelijk werker, supervisor en begeleidingskundige. Zij is werkzaam geweest binnen de gedwongen jeugdhulpverlening als gezinsvoogd/ jeugdreclasseerder en als gezinshulpverlener.
Annemarie hoopt d.m.v. onderzoek bij te dragen aan versterking van het netwerk van de cliënt. Zij heeft in haar werk binnen de jeugdzorg het belang van een stevig informeel netwerk telkens weer ervaren.
amuskee@che.nl.
Lambert doet promotieonderzoek naar de historische en actuele rol van de diaconie in het sociaal werk in Nederland. Hiervoor is hij verbonden aan de Theologische Universiteit Kampen/Utrecht. Daarnaast is hij docent sociologie bij de opleiding Social Work op de CHE. Lambert studeerde bestuurskunde en filosofie. Eerder werkte hij bij het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Hij publiceert en spreekt regelmatig over thema’s op het snijvlak van christelijk geloof, samenleving en politiek.
Hugo Plaisier (1978) studeerde maatschappelijk werk aan de CHE en behaalde zijn master social work aan de HAN te Nijmegen. Hij heeft gewerkt in de zorg voor mensen met een beperking en in de jeugdbescherming als raadsonderzoeker en beleidsmedewerker.
Onderzoek in het sociaal werk is in Hugo’s optiek een middel tot verbetering van de praktijk. Daarin is vaak al rijke kennis aanwezig, maar ontbreekt het soms aan tijd voor systematische reflectie daarop. Dit vraagt om een participatieve manier van onderzoek.
Annemieke Pungu-Wibbelink (1980) is opgeleid tot muziektherapeut, trainer en docent in het hoger onderwijs en behaalde haar master social work aan de HvA te Amsterdam. Tijdens haar master heeft zij onderzoek gedaan naar het belang van humor in de interactie tussen de jongere en de professionele opvoeder in gezinshuizen. Een onderzoek op het snijvlak van formele en informele zorg.
Onderzoek is voor Annemieke een creatief proces van samen ‘zoeken’ naar verbetering van de praktijk.
Dr. Robert van Putten (1987) is filosoof en bestuurskundige. Hij is lector Bezieling & Professionaliteit aan de CHE. Vanuit die rol participeert hij in de Werkplaats Sociaal Domein met onderzoek naar de samenwerking tussen de lokale overheid en de sociale basis. Hoe kan de gemeente voorbij wantrouwen en beheersing sturen vanuit vertrouwen? Wat voor bestuursfilosofie en bestuursstijl zijn dan behulpzaam en passen bij het sociaal domein? Met Wim Dekker ontwikkelde hij de leergang ‘Sturen in vertrouwen: vormgeven aan ambtelijk vakmanschap in het lokaal bestuur’ die in 2022-2023 voor het eerst draaide. Ook participeert hij in onderzoek naar de samenwerking tussen levensbeschouwelijke organisaties in de sociale basis en de gemeente.
Herm Slotman (1966) MCC is trainer en docent in het hoger onderwijs. Naast zijn werk in het onderwijs heeft hij ruim 15 jaar radioprogramma’s geregisseerd bij de zender NPO Radio 5 voor de omroep IKON/ZVK. Voor het lectoraat Informele netwerken en laatmoderniteit maakt hij samen met anderen podcasts over publicaties van het lectoraat.
Geert Jan Spijker (1977) studeerde Nederlands Recht en Algemene Wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit. Hij heeft gewerkt als onderzoeker bij het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie en publiceerde daar onder meer over gezondheidszorg, onderwijs en de democratische rechtsstaat. Momenteel is hij verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede als onderzoeker en als docent (ethiek).
Kees Verduijn MCH (1963) opgeleid tot maatschappelijk werker/ contextueel therapeut. Hij werkt als docent/ supervisor aan de Master Contextuele Benadering. Binnen het lectoraat is hij betrokken bij het opleidings- en onderzoeksproject ‘EFT en Sociaal Werk’.
Herstel van de verbinding tussen ouders en kinderen is het hart van zijn werk in therapie, onderwijs en onderzoek. Oog hebben voor de kleine goedheid in moeizame situaties, aansluiten bij het relationele verlangen, afstemmen en samenwerken met mensen zijn karakteristiek voor zijn werk.
Alie Wiertsema (1963) is opgeleid tot sociaal werker, trainer en docent in het hoger onderwijs. Tijdens haar master Learning and Innovation heeft zij onderzoek gedaan naar het samen leren van studenten, docenten en werkveld.
Voor het lectoraat verbindt zij onderwijs aan onderzoek. Én onderzoek aan onderwijs. Concreet haalt zij vragen op in het werkveld en faciliteert het werkveld in de vertaling van die vragen naar de onderwijscontext. Daar waar de resultaten van onderzoeken passend zijn voor de opleiding Social Work zoekt zij binnen het curriculum mogelijkheden tot onderwijs. Daarnaast is zij onderzoeker binnen het lectoraat met als aandachtsgebied sociaal werk, religie en zingeving. En onderzoekt zij hoe het sociaal werk plaats biedt voor religie en zin binnen de hulpverlening. Maar ook als die plaats gemist wordt, hoe aandacht voor religie en zingeving wel vormgegeven kan worden.
Nienke Geuverink (1985) is werkzaam als projectcoördinator bij het lectoraat Informele Netwerken en Laatmoderniteit. Ook is zij studentbegeleider bij de deeltijd Social Work opleiding. Zij studeerde Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan de CHE en werkte als maatschappelijk werker bij Siriz. Nienke houdt zich, samen met Lotte van den Berg, bezig met de organisatorische kant van het lectoraat. Zij focust met name op het inzetten en verantwoorden van de subsidies van de Werkplaats Sociaal Domein.
Lotte van den Berg is werkzaam als projectondersteuner bij het lectoraat Informele Netwerken en Laatmoderniteit. Ook werkt ze bij het curriculumteam van Sociale Studies. Ze studeerde Sociaal Pedagogische Hulpverlening en heeft werkervaring in begeleiding en training in o.a. de ouderenzorg. Samen met Nienke Geuverink is Lotte verantwoordelijk voor de organisatorische kant van de het lectoraat en de Werkplaats Sociaal Domein.
cavdberg@che.nl.
