Publicaties

Filters

35 resultaten gevonden

Digitale zorg in de jeugdgezondheidszorg: ontwikkeling en haalbaarheid van een zorgpad met e-consulten

Inleiding: De JGZ nodigt op specifieke leeftijden alle ouders uit voor fysieke consulten om de ontwikkeling van het kind te volgen. Na validering van de Structured Problem Analysis of Raising Kids (SPARK) ontstond de mogelijkheid om de zorg te differentiëren op basis van de verschillende behoeften van gezinnen. Methode: Dit onderzoek startte met de ontwikkeling van een zorgpad met e-consulten voor peuters met laag risico. Na implementatie werden gezondheid en ontwikkeling van het kind gevolgd via door ouders ingevulde vragenlijsten. Ter evaluatie werd een consult op de leeftijd van 30 maanden uitgevoerd en werden gebruikerservaringen van ouders en jeugdverpleegkundigen uitgevraagd. Resultaten: Het bleek in de dagelijkse praktijk haalbaar om ouders en kinderen met een laag risico op opvoedings- en ontwikkelingsproblemen e-consulten aan te bieden, die hen ondersteunen. Binnen de projectduur zijn 106 e-consulten op 24 maanden, 81 op 30 maanden en 59 op 36 maanden uitgevoerd. Ouders waren zeer tevreden over de e-consulten, in tegenstelling tot jeugdverpleegkundigen. Beschouwing: Dit onderzoek liet veelbelovende mogelijkheden zien voor digitale zorg in de JGZ. Het perspectief van ouders motiveerde jeugdverpleegkundigen om door te gaan met e-consulten. Door te beginnen met een digitaal aanbod voor ouders en kinderen met laag risico, kan tijd vrijkomen om in te zetten voor ouders en kinderen met meer zorgbehoeften en hoger risico. Vervolgonderzoek naar de effectiviteit van e-consulten ten opzichte van fysieke consulten volgt. E-health; ouderschap; gezondheid van kinderen; ouderperspectief; relatie verpleegkundige-gezin

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 26-08-2025

Beyond motivation

This article reports the findings of focus-group discussions with healthcare providers concerning the facilitators and barriers they experience when engaging in therapeutic patient education (TPE). Methods: Five focus-group discussions were held with a total of 21 primary and secondary healthcare providers. Discussions were moderated using a topic list that was co-created with healthcare providers. All discussions were recorded, transcribed verbatim and analysed thematically. Results: Healthcare providers consider TPE important, but it requires long-term, continuous effort in order to be effective. They sometimes doubt its effectiveness and their own efficacy. Moreover, healthcare providers experience a lack of a supportive environment. Overall, their experiences could be captured in four categories of determinants of engaging in TPE: Capabilities, Motivation, Physical Context and Social Context. Conclusion: Therapeutic patient education requires healthcare providers to be capable and motivated. To maintain the continuous effort needed, healthcare providers need to be supported both socially (e.g. by colleagues and management) and physically (e.g. through communication infrastructure). Innovation: In contrast to previous studies focusing on the motivation and capability of healthcare providers to perform TPE, this study contributes to innovation in health communication by identifying social and physical factors that determine whether TPE is delivered continuously under actual or perceived constraints in terms of time and effectiveness.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 03-06-2025

Leefstijl bevorderen met relatiegericht werken

Een preventieve taak van verpleegkundigen is dat ze leefstijl en gedragsverandering bevorderen bij de hulpvrager. Dat vereist een relatiegerichte en persoonlijk afgestemde aanpak. Dit artikel biedt handvatten.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 21-05-2025

Aandacht voor preventie in verpleegkundige diagnoses en interventies in de thuiszorg

Wijkverpleegkundigen hebben een belangrijk rol in het verlenen van preventieve zorg. Zij gebruiken daarbij gestandaardiseerde, veelal digitale, classificatiesystemen waarin verpleegkundige diagnoses, gewenste resultaten en interventies worden geregistreerd. Deze systemen maken het mogelijk de kwaliteit van verpleegkundige zorg te onderzoeken en te verbeteren. Voor één zorgorganisatie inventariseerden we in 100 van de 261 dossiers welke preventiegerichte NANDA-diagnoses en interventies in de domeinen gezondheidsbevordering, voeding en activiteit/rust door wijkverpleegkundigen werden geselecteerd. De meeste verpleegkundige diagnoses en interventies werden ingezet in gezondheidsbevordering (resp. 50/109 en 191/365) en activiteit/rust (resp. 45/109 en 132/365). Bij voeding waren het er slechts resp. 14/109 en 42/365. Gestandaardiseerde diagnoses werden gebruikt, maar de interventies werden naar vrij inzicht geformuleerd, waarbij de achterliggende methodische redenatie niet altijd helder was. De generieke diagnoses ‘verminderd activiteitsvermogen’ en ‘verminderde lichamelijke mobiliteit’ werden opgeteld het vaakst geselecteerd (40/109) gevolgd door de generieke diagnose ‘kwetsbare-oudere-syndroom’ (27/109). Wijkverpleegkundigen selecteerden weinig risicodiagnoses en diagnoses in het domein voeding en verbonden niet-gestandaardiseerde interventies aan de diagnoses. Aanwijzingen voor de praktijk zijn dan ook om consequent het selecteren van risicodiagnoses te overwegen en gestandaardiseerde diagnoses en interventies zo specifiek mogelijk te stellen om gerichter preventief te handelen.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 15-04-2025

Gezond eten bevorderen

In de rol van ‘gezondheidsbevorderaar' hebben wijkverpleegkundigen een belangrijke taak bij het bevorderen van gezond eet- en drinkgedrag. In de praktijk vervullen wijkverpleegkundigen deze rol nog niet altijd. Het is onduidelijk welke factoren hierop invloed hebben. Het doel van deze studie was het in kaart brengen van belemmerende en bevorderende factoren die wijkverpleegkundigen ervaren in het bevorderen van gezond eet- en drinkgedrag van cliënten. En ook: welke factoren hebben daarom aandacht nodig in professionalisering?

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 10-04-2025

De diepte bereiken: Toekomstgericht begeleiden van jongvolwassenen in de langdurige zorg

In dit artikel staat de vraag centraal hoe jongvolwassenen die begeleid wonen hun leven ervaren en wat zij vinden van de ondersteuning die ze hierbij krijgen. Naast het perspectief van de jongvolwassenen is ook het perspectief van naasten onderzocht en zijn dossiers bestudeerd. In de resultaten worden vier thema’s besproken die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen: (1) Jongvolwassenen ervaren de meeste problemen op het terrein van mentale gezondheid. (2) Jongvolwassenen hebben behoefte aan sociale contacten, maar hebben moeite om de juiste (hoeveelheid) vrienden te vinden. (3) Jongvolwassenen worden vooral op een praktische manier voorbereid op de toekomst en stellen aandacht voor hun lichamelijke gezondheid uit. (4) In de ondersteuning zou meer aandacht moeten zijn voor toekomstvragen van jongvolwassenen die niet alleen praktisch, maar ook existentieel en maatschappelijk van aard zijn.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 04-12-2024

Nurse-related behavioural determinants associated with healthy eating support provided by Dutch community nurses: a cross-sectional study

Background: Community nurses (CNs) play an important role in supporting healthy lifestyles, including healthy eating behaviour of patients. However, many CNs do not incorporate healthy eating support in their daily routines to the fullest extent possible. This study aimed to explore (1) the associations between nurse-related behavioural determinants and self-reported healthy eating support practices of Dutch CNs and (2) CNs’ need for additional knowledge. Methods: In this cross-sectional survey design, 244 Dutch CNs completed an online, self-administered questionnaire in October-November 2021. The 60 questionnaire items were related to CNs’ characteristics, nurse-related determinants, healthy eating support practices (observing problems, having a conversation about patients’ dietary behaviour, motivating patients to eat and drink healthier and supporting patients in goal setting) and the need for additional knowledge. The items on determinants and practices used a 5-point Likert scale. Adjusted prevalence ratios (PRadjusted) with 95% confidence intervals (95%CIs) were obtained for the associations between determinants and practices, using adjusted Poisson regression with robust variance estimations. Results: More CNs practiced observing problems (75%) and having a conversation (70%) than did motivating patients (45%) and supporting goal setting (28%) at least often. A more positive attitude (PRadjusted 1.8; 95%CI 1.5–2.2), greater self-efficacy (PRadjusted 1.3; 95%CI 1.1–1.5), greater motivation (PRadjusted 1.5; 95%CI 1.3–1.7) and better abilities (PRadjusted 1.4; 95%CI 1.2–1.6) were associated with a greater prevalence of supporting healthy eating at least often (vs. never to sometimes). Barriers were not associated with healthy eating support (PRadjusted 1.1; 95%CI 1.0-1.2). CNs especially desired more knowledge on diet in relation to cancer, gastrointestinal diseases, severe psychiatric diseases and dementia; methods for motivating patients to start and for supporting patients to sustain healthy eating; and dealing with patient autonomy. Conclusions: This study suggests that nurse-related behavioural determinants such as attitude, self-efficacy, motivation and ability should be addressed to improve CNs’ competences in healthy eating support. In addition, based on self-reported need for additional knowledge, it is recommended to pay attention to evidence-based behaviour change techniques, dealing with patient autonomy, and diet in relation to cancer, gastrointestinal diseases, severe psychiatric diseases and dementia.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 21-10-2024

Verpleegkundigen en het leefstijlgesprek: beïnvloedende factoren en methoden

Er is steeds meer aandacht voor leefstijl in de zorg en er is een toename van beschikbare effectieve methodieken voor gedragsverandering. Desondanks is de implementatie van leefstijlinterventies complex en ingewikkeld, waardoor leefstijl nog geen integraal onderdeel van de reguliere zorg is. Verpleegkundigen hebben een belangrijke rol bij het bevorderen van een gezonde leefstijl. Verpleegkundigen ervaren echter barrières om leefstijl te integreren in de dagelijkse zorg. Tijd, onvoldoende kennis en middelen en weerstand bij de patiënt spelen hierin een centrale rol. Dit artikel laat een aantal eenvoudig toe te passen methodieken voor gedragsverandering zien, waarmee verpleegkundigen en mogelijk ook andere zorgprofessionals aan de slag kunnen gaan. Van belang is om aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de patiënt, zoals vanuit de benadering van Positieve Gezondheid, om de eigen regie en intrinsieke motivatie te vergroten. Op deze manier hopen we een bijdrage te leveren aan het versterken van de implementatie van leefstijl in de zorg, aansluitend bij de Coalitie Leefstijl in de Zorg.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 01-06-2024