Publicaties

Filters

45 resultaten gevonden

Een klein gesprekje is al genoeg

Hoe krijg je een puber aan het praten? Het stellen van een goede vraag op het juiste moment is een kunst. En tegelijk een vaardigheid, waarin een opvoeder zich kan ontwikkelen.

Pleeg- en Gezinshuiszorg | 06-07-2017

Verbindingen smeden

De EFT is in eerste instantie een vorm van partnerrealtietherapie, die onderbouwd is vanuit de hechtingstheorie van Bowlby, de experientiële benadering van Rogers en de systeemtherapie. Het contextuele gedachtegoed helpt te onderzoeken wie er in de relatie nog meer recht op de sleutel heeft en welk delegaten echoën in de relatie. Het gaat niet alleen om je te kunnen en duven te verbinden, maar ook de vrijheid te verwerven om die verbinding aan te gaan.

Pleeg- en Gezinshuiszorg |

Wetenschap en methodiekontwikkeling : Een inleiding op de VCW studiemiddag 23-2-2011

Een belangrijke motivatie om ons met wetenschappelijke verankering bezig te houden is ons voorgehouden door Nagy zelf. Hij heeft zich in zijn werk bezig gehouden met de beschrijving van zijn praktijk. Hij verhield zich tot andere onderzoekers en dat alles vanuit de motivatie: wat is helpend voor de patiënten, hoe wordt hun lijden verlicht. De vrucht van zijn onderzoekende geest bestaat uit het omvangrijke werk, het contextuele gedachtegoed, waarmee hij ons verrijkt heeft. Nagy zocht naar „evidence‟ naar dat wat werkzaam is in de hulpverlening. Zijn werk laat zich ook lezen als een ontwikkelingsgeschiedenis van zijn denken. Aandacht voor de wetenschappelijke ontwikkeling betekent: aandacht voor de kwaliteit van werken en daarmee in diepere zin: het betekent recht doen aan hen, die onze hulp zoeken.

Pleeg- en Gezinshuiszorg |

Religieuze levensbeschouwing in de psychosociale hulverlening : Over het belang van aandacht voor levensbeschouwing in de psychosociale hulpverlening

In dit artikel ga ik in op de relatie tussen religieuze levensbeschouwing en onze bestaanswerkelijkheid en trek daarbij enkele consequenties voor de psychosociale hulpverlening. De aandacht voor religieuze overtuiging en het belang daarvan voor het daadwerkelijk geleefde leven is de laatste decennia groeiend. Lange tijd is dit onderwerp in de breedte van de samenleving taboe geweest. Onder invloed van een sterk logisch positivistische wetenschappelijke werkelijkheidsvisie en daarmee samenhangende secularisering van de maatschappij werd religie lange tijd gemarginaliseerd en weggezet als een privé aangelegenheid van individuen. Aan de relevantie van religieus geloof voor het welzijn van individu en samenleving werd eenvoudig voorbijgegaan. Religieus geloof werd gezien als een relict uit een inmiddels achterhaald stadium van de menselijke ontwikkeling, en gelovigen werden op zijn best minzaam bejegend als medeburgers die immers ook recht hebben op een eigen positiebepaling in dit leven. De laatste jaren echter is op dit punt een duidelijke verandering aanwijsbaar. Zo verschijnen er publicaties waarin het ‘goedrecht’ van religieus geloof door intellectuelen wordt verdedigd en waardoor het intellectuele debat op dit punt weer wordt gevoerd (H.M. Praag, 2008). Daarnaast zorgt het verschijnsel van de multiculturele samenleving ervoor dat de aandacht voor religieus geloof en haar functie groeit. Ook de aandacht in bredere zin voor zingevingsvraagstukken en moraal (denk aan het normen en waardendebat) is debet aan de herlevende belangstelling voor religieuze levensbeschouwingen. Toegespitst op het thema van dit artikel: binnen de psychosociale hulpverlening werd tot voor enkele decennia hoegenaamd geen systematische aandacht besteed aan de levensbeschouwing van de cliënt en zeker niet als het religie betrof. Jan H.G. Janssen concludeert in zijn bestseller over beroepsethiek voor het maatschappelijk werk (1e druk in 1991) in 2007 nog: ‘We kunnen rustig stellen dat religie vaak een blinde vlek is in de hulpverlening: er wordt geen aandacht aan besteed in de intake en ook zelden daarna’. Ook andere getuigen van dat inzicht worden door hem geciteerd (J.H.G. 2007). Tegelijkertijd constateert hij echter dat ‘er geen christelijke of andere religieuze of godsdienstige hulpverlening bestaat’ en waarschuwt: 2 ‘hulpverlening moet vrij maken en de boodschappen aan anderen overlaten’. De waarschuwing is helder en niet zonder grond, maar doet gelijk een daaraan ten grondslag liggend ideaal van waardevrije hulpverlening vermoeden welke zelf kwestieus is. Hoe dan ook, de aandacht voor levensbeschouwing in de hulpverlening is heden ten dage groot. Publicaties over spiritualiteit en zingevingsvragen volgen elkaar in snel tempo op. In curricula van opleidingen in de zorg- en hulpverlening worden deze thema’s zonder moeite teruggevonden.

Pleeg- en Gezinshuiszorg |

Ethiek en Supervisie

Ethiek is een wezenlijk aspect van supervisieprocessen. Dit artikel bespreekt hoe morele vragen in supervisie methodisch bewerkt kunnen worden, op basis van drie vormen van morele positiebepaling. Belangrijk daarbij is het morele referentiekader van de supervisor. Vraag is of de supervisor zich daarvan bewust is en van de werking daarvan. De auteur bepleit openheid hierover naar de supervisant.

Pleeg- en Gezinshuiszorg | 09-06-2011