Stem geven en mond houden. Je kunt in die paar woorden samenvatten wat Martine Noordegraaf, lector Duurzame zorg, het belangrijkst vindt in haar werk. Deze werkwoorden gebruikt ze vanuit de overtuiging dat iedereen het recht heeft om volwaardig mee te doen in de samenleving op een manier die past bij wat iemand kan. Zij onderzoekt samen met andere onderzoeksinstellingen, overheden en partners in de regio de langdurige zorg en hoe deze verbeterd kan worden.

Impact op Martine
‘Mensen met deukjes, ik houd ervan’, zegt Martine. De interesse voor de sociale kant van de samenleving ontstond vanuit haar eigen ervaringen als tante van de kinderen van haar zus. ‘Ik was nauw betrokken bij situaties van ontregeling en ontwrichting. En ik merkte: je hebt weinig zelf te beslissen op zulke momenten. Jouw leven loopt vast en een ánder beslist. Je krijgt maar weinig contact met de professionals, juist als je dat het meeste nodig hebt. Ik ben steeds meer op zoek naar het geven van een stem aan ervaringsdeskundigen. Dat kunnen jongeren zijn, maar bijvoorbeeld ook ouders die leven met stress vanwege een kind met problemen.
Impact op de ander
‘Ik kwam erachter dat je voor de aanpak van sociale problemen de gebruikelijke werkwijze beter kunt omdraaien. Niet beginnen bij jouw oplossing, maar bij de ervaring van degene die geholpen wil worden. Als hulpverlener ben je geneigd om te veel te denken vanuit je eigen denkraam. Vaak genoeg heb ik gehoord: “Leuk bedacht hoor, maar ik heb er geen zak aan.” Iemand kan best zélf vertellen wat hij wil of wat voor hulp hij nodig heeft. Wat ik nu zie gebeuren, is een omwenteling, een emancipatiebeweging, een roep om inspraak. Nothing for us without us!’
‘Mijn werkzaamheden zijn in de loop van de tijd verschoven van pleeg/gezinshuiszorg naar langdurige zorg. Jeugdzorgverlaters vallen vaak tussen wal en schip, eenvoudig omdat ze 18 jaar worden.’
‘We hebben aan ons lectoraat de gemeente Ede en partners uit de regio toegevoegd. In alle onderzoeksprojecten participeren studenten, het zijn learning communities. We ontdekten dat pleegzorg in een gezinshuis doorgaans alleen gericht is op het kind en hoe belangrijk het is dat we ook met ouders samenwerken.’ Dat is nog geen gemeengoed. Martine: ‘Ik heb het meegemaakt dat een student die daarvan diep doordrongen was geraakt, vroeg: “Straks kom ik in een team waar ze dat misschien niet belangrijk vinden, hoe houd ik dat vast?
Wat ik nu zie gebeuren, is een omwenteling, een emancipatiebeweging, een roep om inspraak. Nothing for us without us!’
Onderzoek en onderwijs komen samen op de CHE. ‘De beste route is als docenten zelf onderzoek doen. Zo werken we hier. Dat betekent dat we altijd actuele verhalen in een les hebben. De praktijk komt mee naar binnen. Ook ervaringsdeskundigen komen lesgeven. Denk bijvoorbeeld aan iemand die drie maanden in een psychose heeft gezeten. Hij heeft aan den lijve ervaren wat wel of niet helpt om uit die psychose te komen. We geven onze studenten geen tweedehands verhalen, maar laten ze uit de eerste hand leren. Ze zijn bij ons in het laatste deel van hun beroepsvorming tot sociaal werker. Als zij op een ontwikkelde manier in hun beroep starten is mijn doel behaald.’
‘Ik ben nu op het punt gekomen: ik ga niet meer alles zelf bedenken. Voor verandering en het werken aan vertrouwen moet je alle stemmen bij elkaar brengen. Ik kan faciliteren, luisteren, het voortouw nemen, maar ik doe het niet in mijn eentje. Ik werk veel meer samen met het team, het werkveld en ervaringsdeskundigen. Zo heb ik meer impact.’
‘Zelf deel ik ook altijd het podium met de stem van de praktijk en ervaring. En ik probeer steeds langer mijn mond te houden. Daar zit de veranderkracht.’
Meer weten over langdurige zorg?
Kom naar het congres Langdurige zorg 'Zo lang als nodig' op 7 juni op de CHE.