Filters
1001 resultaten gevonden
De Taal van het verlangen : Ammy van Heusdenlezing 18 maart 2009
Ammy van Heusdenlezing
Publicatie | 16-06-2025De ingewikkelde relatie tussen gezinshuis en ouders
Een gezinshuis is een kansrijke plek voor jeugdigen die niet meer thuis kunnen wonen. Toch gaat het bij veel plaatsingen mis. Een van de redenen is de complexe relatie tussen gezinshuisouders en ouders. Dit artikel laat zien hoe zij in hun dagelijkse interactie op constructieve wijze kunnen samenwerken.
Publicatie | 16-06-2025Jouw Gezin, Mijn Zorg? - Mini-magazine 04
Dit is het vierde mini-magazine over het onderzoeksproject ‘Jouw Gezin, Mijn Zorg?’. In dit onderzoek staan gezinshuizen centraal. Zij bieden een plek aan jongeren die niet meer thuis kunnen wonen. Helaas komt het nog te vaak voor dat deze jongeren vroegtijdig een gezinshuis verlaten, met alle nadelige gevolgen van dien. In dit mini-magazine: een interview met Harmke Bergenhenegouwen (vanuit het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) betrokken bij het onderzoeksproject), een interview met Yvonne Aartsen en Gé Haans (professionals uit de praktijk) en een interview met Herm Slotman (docent aan de CHE).
Publicatie | 16-06-2025Verpleegkundigen en het leefstijlgesprek: beïnvloedende factoren en methoden
Er is steeds meer aandacht voor leefstijl in de zorg en er is een toename van beschikbare effectieve methodieken voor gedragsverandering. Desondanks is de implementatie van leefstijlinterventies complex en ingewikkeld, waardoor leefstijl nog geen integraal onderdeel van de reguliere zorg is. Verpleegkundigen hebben een belangrijke rol bij het bevorderen van een gezonde leefstijl. Verpleegkundigen ervaren echter barrières om leefstijl te integreren in de dagelijkse zorg. Tijd, onvoldoende kennis en middelen en weerstand bij de patiënt spelen hierin een centrale rol. Dit artikel laat een aantal eenvoudig toe te passen methodieken voor gedragsverandering zien, waarmee verpleegkundigen en mogelijk ook andere zorgprofessionals aan de slag kunnen gaan. Van belang is om aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de patiënt, zoals vanuit de benadering van Positieve Gezondheid, om de eigen regie en intrinsieke motivatie te vergroten. Op deze manier hopen we een bijdrage te leveren aan het versterken van de implementatie van leefstijl in de zorg, aansluitend bij de Coalitie Leefstijl in de Zorg.
Publicatie | 16-06-2025Praktijkvoorbeeld: Samen werken aan meer inclusieve en diverse lerarenopleidingen
Het Nederlandse Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap faciliteert de alliantie ‘Divers voor de klas’ om een vierjarig project uit te voeren gericht op meer diverse en inclusieve lerarenopleidingen. Door te streven naar een inclusieve cultuur wordt beoogd dat meer studenten uit minderheidsgroepen voor een lerarenopleiding kiezen en doorstromen naar het onderwijs, waardoor het lerarentekort wordt verkleind. Een nulmeting laat zien dat studenten die een inclusieve cultuur op de lerarenopleiding ervaren, eerder verwachten in het onderwijs te gaan werken. Dit wijst erop dat een inclusieve cultuur mogelijk kan bijdragen aan minder uitval van studenten en meer studenten zich verbinden aan het onderwijs, wat uiteindelijk kan bijdragen aan het verkleinen van het lerarentekort. Het project ambieert een meer diverse instroom en inclusieve cultuur bij de negen deelnemende lerarenopleidingen te bevorderen. Werk maken van inclusie is een gevoelige en complexe ambitie, met als risico dat men blijft hangen in beschuldigingen als niet de goede taal wordt gebruikt. Om constructief en structureel aan een inclusieve cultuur te werken, zijn eerst de concepten inclusieve cultuur en diversiteit helder gedefinieerd en is in de literatuur nagegaan hoe diversiteit en inclusie versterkt kunnen worden. Op basis hiervan is een online werkomgeving ontwikkeld. Gebruikerservaringen met de werkomgeving laten zien dat deze leidt tot het ontwikkelen van een visie, gemeenschappelijke taal en bewustwording bij alle medewerkers binnen de opleiding en tot een concreet actieplan. Tijdens dialoogsessies met de negen lerarenopleidingen wordt duidelijk hoe gevoelig het werken aan inclusie ligt en wat in de specifieke context remmend is en vragen oplevert. Er ontstaat ruimte voor zelfreflectie bij alle betrokkenen. Een gedeeld inzicht uit de dialoogsessies is dat een inclusieve en diverse opleiding vraagt om een opleidingsbrede aanpak en nauwe samenwerking met opleidingsscholen. De combinatie van de werkomgeving, kennissessies en dialoogsessies dragen bij aan het delen van concrete inzichten en handvatten om daadwerkelijk met elkaar aan de slag te gaan. Het project is, gezien deze eerste ervaringen met de opzet en de sterke aanwas van het aantal lerarenopleidingen, een veelbelovend praktijkvoorbeeld waarmee uiteindelijk het lerarentekort kan worden tegengegaan.
Publicatie | 16-06-2025Monitoring en evaluatie van de Human Capital Agenda Regio Foodvalley
Na de officiële vaststelling van de Human Capital Agenda voor de periode van 2022-2025, is Regio Foodvalley begonnen met de uitvoering van deze agenda. Het is essentieel om gedurende de uitvoering van de agenda grip te houden op de voortgang en betrokken partijen hiervan op de hoogte te brengen. Het lectoraat Dienstbaar Organiseren heeft onderzoek gedaan naar een methode voor het monitoren en evalueren van de voortgang en effectiviteit van de Human Capital Agenda. Deze methode richt zich op de volgende aspecten: 1. Monitoring: het monitoren van de voortgang van de uitvoering van de Human Capital Agenda en het identificeren van eventuele knelpunten of afwijkingen. 2. Bijsturing: het waar nodig bijsturen van de activiteiten die uitgevoerd worden onder de Human Capital Agenda om ervoor te zorgen dat de doelstellingen worden behaald. 3. Evaluatie: het evalueren van de activiteiten en interventies om te bepalen welke wel en niet goed werken en welke kunnen worden geoptimaliseerd. 4. Communicatie: het op de hoogte brengen van betrokken stakeholders over de voortgang van de Human Capital Agenda en het delen van informatie en kennis om de samenwerking en afstemming te bevorderen.
Publicatie | 16-06-2025Circulaire betonketen uit vrijkomende agrarische bebouwing Regio Foodvalley
Beton is een bouwmateriaal dat is samengesteld uit met name cement, water en zand, grind en/of steenslag. Zand en grind worden wereldwijd schaarser en mogen over enkele jaren niet meer in Nederland gewonnen worden. Betonfabrikanten zoeken om deze redenen naar hoogwaardige, gecertificeerde en gerecyclede alternatieven hiervoor. Meer dan de helft van de boerenbedrijven moet stoppen of krimpen vanwege de stikstofaanpak en andere regels en beleidsdoelen. Daardoor zal de komende jaren naar verwachting een fors aantal boeren stoppen met het houden van dieren en ontstaat in Regio Foodvalley een enorme oppervlakte aan vrijkomende agrarische bebouwing (VAB). Betonpuin uit de sloop van VAB wordt door betonfabrikanten gezien als een alternatieve grondstofstroom voor de betonproductie. De CHE heeft, samen met Bosch Beton en Living Lab Regio Foodvalley Circulair, een subsidie ontvangen om van 1 september 2023 tot 31 augustus 2024 onderzoek te doen naar een circulaire betonketen uit VAB. Er ligt, vanuit het Betonakkoord, een opgave bij Regio Foodvalley om de transitie naar 100% hoogwaardig hergebruik van betonafval in 2030 te maken. Het ontbreekt op dit moment aan handelingsperspectief om de beoogde transitie richting een circulaire betonketen te realiseren. In de eindrapportage van het onderzoek zijn de belangrijkste knelpunten opgesomd en zijn oplossingsrichtingen weergegeven. Om de slag naar een circulaire betonketen in Regio Foodvalley te maken is gezamenlijke inspanning nodig. Het markttransformatie model van Simons en Nijhof (2021) biedt houvast om te komen tot de eindfase van volwassenheid waarbij circulair slopen en hoogwaardig gebruik van betongranulaat in de regio de norm is.
Publicatie | 16-06-2025‘Ik ben niet iemand die dat zou vragen, nee’
In Nederland verblijven ruim 18000 jongeren in voorzieningen voor vrijwillige residentiële jeugdhulp. Uit eerder onderzoek blijkt dat meerdere van deze jongeren bij tegenslag en verdriet een hulpbron vinden in een religieuze of spirituele overtuiging, maar dat hiervoor in mentorgesprekken nauwelijks aandacht is. In deze bijdrage wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de wijze waarop pedagogisch medewerkers met adolescenten binnen de residentiële jeugdhulp afstemmen op de mogelijkheid dat religie of spiritualiteit in hun leven een rol speelt. Het betreft een kwalitatief onderzoek op grond van half open interviews in vier instellingen voor residentiële jeugdhulp in verschillende delen van het land. Er zijn in totaal eenentwintig pedagogisch medewerkers en dertien jongeren geïnterviewd. De conclusie van dit onderzoek is dat de levensbeschouwing van de pedagogisch medewerker (diens persoonlijke visie op de betekenis en waarde van het leven) bepalend is voor de vraag of en hoe de religie of spiritualiteit van de jongere ter sprake komt. Er is sprake is van beperkte levensbeschouwelijke sensitiviteit bij pedagogisch medewerkers. Daarnaast hebben pedagogisch medewerkers én jongeren geen eenduidig beeld van de aard en het doel van mentorgesprekken. De aanbevelingen richten zich op bezinning op de aard van mentorschap en het bevorderen van levensbeschouwelijke sensitiviteit bij pedagogisch medewerkers.
Publicatie | 16-06-2025