Publicaties

523 resultaten gevonden

De structuur en dynamiek van de Friese economie

De Friese economie groeit, maar staat voor een fundamentele uitdaging. De beroepsbevolking krimpt, technologische veranderingen versnellen, en het economische verdienvermogen blijft achter bij andere regio’s. Tegelijk is Fryslân een provincie met een sterke sociale samenhang, een rijke kennisinfrastructuur en ondernemerschap dat geworteld is in de provincie. Om in deze context brede welvaart te behouden én versterken, is diepgaand inzicht nodig in hoe de Friese economie is opgebouwd en verandert. In dit onderzoek heeft het lectoraat Dienstbaar Organiseren samen met Planbureau Fryslân de structuur en dynamiek van de Friese economie in kaart gebracht met als doel bij te dragen aan toekomstgericht economisch beleid.

Dienstbaar Organiseren |

Everyday co-parenting in a polymedia environment

In this paper we analyse “interconnected communication sequences” between Professional Foster Parents (PFPs) and Birth Parents (BPs) in family-style group care. Interconnected communication sequences are coherent sequences constructed by participants by use of multiple communication media. In family-style group care, children live with PFPs and regularly visit their BPs, which implies PFPs and BPs share the care for children. This co-parenting relationship is important in supporting the quality of contact between child and parents, which is essential for the child’s development and wellbeing. However, a harmonious co-parenting relationship is difficult to achieve and maintain. To gain more insight in the intricacies of the complex PFP-BP relationship, we examine unfolding PFP-BP contact. Specifically, we examine two cases of instant messaging followed by a telephone call between PFPs and BPs. Our analysis disentangles how through text messaging PFPs and BPs propose to call for a particular reason and plan a call at an appropriate moment for both parties, and how they re-establish mutual availability in the call opening and collaboratively re-invoke the reason for calling. The negotiation of when to talk about what and how proves to be infused with relationship work and thereby instantiates some of the sensitivities of “co-parenting” in family-style group care. With our empirical analysis of everyday interconnected polymedia communication in different modalities (instant messaging and telephone interaction) in family-style group care, we aim to contribute to knowledge of interactional practices in the field of social work.

Pleeg- en Gezinshuiszorg | 06-03-2025

Beyond motivation

This article reports the findings of focus-group discussions with healthcare providers concerning the facilitators and barriers they experience when engaging in therapeutic patient education (TPE). Methods: Five focus-group discussions were held with a total of 21 primary and secondary healthcare providers. Discussions were moderated using a topic list that was co-created with healthcare providers. All discussions were recorded, transcribed verbatim and analysed thematically. Results: Healthcare providers consider TPE important, but it requires long-term, continuous effort in order to be effective. They sometimes doubt its effectiveness and their own efficacy. Moreover, healthcare providers experience a lack of a supportive environment. Overall, their experiences could be captured in four categories of determinants of engaging in TPE: Capabilities, Motivation, Physical Context and Social Context. Conclusion: Therapeutic patient education requires healthcare providers to be capable and motivated. To maintain the continuous effort needed, healthcare providers need to be supported both socially (e.g. by colleagues and management) and physically (e.g. through communication infrastructure). Innovation: In contrast to previous studies focusing on the motivation and capability of healthcare providers to perform TPE, this study contributes to innovation in health communication by identifying social and physical factors that determine whether TPE is delivered continuously under actual or perceived constraints in terms of time and effectiveness.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 06-03-2025

Vertical Farming als verdienmodel voor agrarisch ondernemend Regio Foodvalley

Een ontwikkeling om de stijgende wereldbevolking te kunnen blijven voeden is vertical farming: gewassen telen in meerdere lagen in een geklimatiseerde omgeving. In dit project is vertical farming als verdienmodel voor agrarisch ondernemend Regio Foodvalley onderzocht. Vertical farmer Milligreens, pionier in Regio Foodvalley, zet haar microgroenten en cressen af richting restaurants, groothandels en cateraars. Het onderzoek heeft de marktperspectieven van gewassen voor een hoger segment (bijvoorbeeld inhoudsstoffen) onderzocht. Vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) – voornamelijk lege stallen – biedt mogelijk potentie voor opschaling en verdere professionalisering van vertical farming. Het consortium bestaat uit de Christelijke Hogeschool Ede, Milligreens en Regio Foodvalley.

Dienstbaar Organiseren | 06-02-2025

Leefstijl bevorderen met relatiegericht werken

Een preventieve taak van verpleegkundigen is dat ze leefstijl en gedragsverandering bevorderen bij de hulpvrager. Dat vereist een relatiegerichte en persoonlijk afgestemde aanpak. Dit artikel biedt handvatten.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering |

Aandacht voor preventie in verpleegkundige diagnoses en interventies in de thuiszorg

Wijkverpleegkundigen hebben een belangrijk rol in het verlenen van preventieve zorg. Zij gebruiken daarbij gestandaardiseerde, veelal digitale, classificatiesystemen waarin verpleegkundige diagnoses, gewenste resultaten en interventies worden geregistreerd. Deze systemen maken het mogelijk de kwaliteit van verpleegkundige zorg te onderzoeken en te verbeteren. Voor één zorgorganisatie inventariseerden we in 100 van de 261 dossiers welke preventiegerichte NANDA-diagnoses en interventies in de domeinen gezondheidsbevordering, voeding en activiteit/rust door wijkverpleegkundigen werden geselecteerd. De meeste verpleegkundige diagnoses en interventies werden ingezet in gezondheidsbevordering (resp. 50/109 en 191/365) en activiteit/rust (resp. 45/109 en 132/365). Bij voeding waren het er slechts resp. 14/109 en 42/365. Gestandaardiseerde diagnoses werden gebruikt, maar de interventies werden naar vrij inzicht geformuleerd, waarbij de achterliggende methodische redenatie niet altijd helder was. De generieke diagnoses ‘verminderd activiteitsvermogen’ en ‘verminderde lichamelijke mobiliteit’ werden opgeteld het vaakst geselecteerd (40/109) gevolgd door de generieke diagnose ‘kwetsbare-oudere-syndroom’ (27/109). Wijkverpleegkundigen selecteerden weinig risicodiagnoses en diagnoses in het domein voeding en verbonden niet-gestandaardiseerde interventies aan de diagnoses. Aanwijzingen voor de praktijk zijn dan ook om consequent het selecteren van risicodiagnoses te overwegen en gestandaardiseerde diagnoses en interventies zo specifiek mogelijk te stellen om gerichter preventief te handelen.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering |

Tegendraads denken over prestaties in het onderwijs

Wat is er aan de hand als er zoveel problemen met prestaties zijn in het onderwijs? Dit is de inleiding van een bundel waarin fundamentele reflectie wordt beoefend. We leven in een meritocratische samenleving. Dit meritocratisch ideaal werkt als een stille ideologie door in het onderwijs(beleid). Dit hoofdstuk betoogt dat radicale bezinning op deze ideologie in het onderwijs en vooral nieuwe ‘verbeeldingskracht’ over onderwijs voorbij dat meritocratisch ideaal nodig is.

Bezieling en Professionaliteit | 04-10-2025

Zachter, minder, trager, zwakker

Het Trimbosrapport uit 2023 met de veelzeggende titel Harder, better, faster, stronger? agendeert de rol van onzekerheid in relatie tot prestatiedruk. De onderzoekers signaleren een ‘opeenstapeling van onzekerheden’ waar studenten onder lijden. Centrale vraag in dit hoofdstuk is daarom: hoe kan het hoger onderwijs reageren op de noodkreet die uit het Trimbosrapport klinkt en studenten beter leren omgaan met onzekerheid? Allereerst wordt geconstateerd dat meritocratie mede debet is aan onzekerheid en bovendien op een technocratische wijze kijkt naar de bestrijding daarvan. Vervolgens wordt betoogd dat het meritocratische denken door zijn technocratische karakter niet in staat is om de problematiek van onzekerheid te adequaat adresseren. Meritocratie miskent te veel het existentiële karakter ervan. Die dimensie ontbreekt ook in het Trimbosrapport, waardoor de repertoires die de onderzoekers aanreiken, tekortschieten. Daarom bepleiten de auteurs een perspectiefwisseling, waarbij aanknopingspunten worden gezien in aandacht voor de levensbeschouwelijke dimensie in het onderwijs voor een betere omgang met onzekerheid. Uitgewerkt wordt hoe het hoger onderwijs existentiële kwesties een plek kan geven in het curriculum, welke pedagogische kwaliteiten docenten daarvoor nodig hebben en welke eisen dit aan de schoolomgeving stelt.

Bezieling en Professionaliteit | 04-10-2025