Publicaties

528 resultaten gevonden

Beyond Common Ground: Dialogical Responsibility in Sustainable Human Resource Management

Sustainable human resource management (HRM) advocates a shift toward pluralism, emphasizing the legitimacy of multiple stakeholder interests, voices, and meanings. Intended dialogue is often promoted as a key practice to support this shift. However, how intended dialogue actually contributes to pluralism remains under-theorized. Moreover, dialogue is frequently idealized as a route to harmony or ‘common ground,’ which can obscure power dynamics, silence dissent, and suppress difference. Building on dialogical ethics and framing theory, this conceptual paper introduces the intended dialogical responsibility (IDR) model, which reconceptualizes intended dialogue not as consensus-seeking but as a reflective space for exploring irreducible differences. Drawing on dialogue theorists such as Buber, Levinas, and Bakhtin, dialogical responsibility is proposed as an ethical form of ‘thirdness’—a mediating presence in the leader–worker dyad that invites participants to remain open to the other, question their own frames, and attend to asymmetries in voice and power. To support this stance, the IDR model employs framing theory to distinguish between micro-level situated frames (e.g., issue and relationship frames), meso-level strategic frames, and macro-level institutional frames. Dialogue is thus understood as a dynamic, ongoing, and reflexive process—occurring within and beyond episodic conversations—where meanings are co-constructed and contested over time. This paper contributes to sustainable HRM literature by offering a multilevel theoretical model and sensitizing questions to support ethically responsive dialogue. It provides a conceptual foundation for navigating pluralism and fostering dialogical spaces in complex organizational contexts.

Dienstbaar Organiseren | 31-07-2025

De structuur en dynamiek van de Friese economie

De Friese economie groeit, maar staat voor een fundamentele uitdaging. De beroepsbevolking krimpt, technologische veranderingen versnellen, en het economische verdienvermogen blijft achter bij andere regio’s. Tegelijk is Fryslân een provincie met een sterke sociale samenhang, een rijke kennisinfrastructuur en ondernemerschap dat geworteld is in de provincie. Om in deze context brede welvaart te behouden én versterken, is diepgaand inzicht nodig in hoe de Friese economie is opgebouwd en verandert. In dit onderzoek heeft het lectoraat Dienstbaar Organiseren samen met Planbureau Fryslân de structuur en dynamiek van de Friese economie in kaart gebracht met als doel bij te dragen aan toekomstgericht economisch beleid.

Dienstbaar Organiseren | 23-06-2025

Journalistiek onder druk

De journalistiek staat onder druk. Dit proefschrift betoogt dat deze situatie een actieve interpretatie van autonomie vraagt en dat journalisten deze autonomie kunnen versterken door reflectie. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt daarom: Hoe kunnen formele en informele reflectiepraktijken in het journalistieke productieproces de professionele autonomie van journalisten versterken? Om deze hoe-vraag te beantwoorden doet dit onderzoek participatief actieonderzoek. In de literatuur wordt journalistiek regelmatig als een a-reflectief beroep geschetst (Shoemaker & Reese, 2014). Dit onderzoek nuanceert dat beeld: er zijn veel verschillende vormen van reflectie over de breedte van het journalistieke veld: van individueel tot collectief en van informeel tot formeel. Veel in reflectie opgedane inzichten worden echter niet vertaald naar het werkproces. Ook is er het probleem van de organisatieparadox: elke vorm van reflectie vraagt enige vormgeving, maar te veel organisatie in strijd is met de eigen autonomie. Een analyse van de 14 interviews leidt tot drie ontwikkelprincipes van de open leercultuur: psychologische veiligheid, faciliterend leiderschap en een experimenterende benadering. Documentenanalyse, interviews, focusgroepen en een interventieonderzoek leiden tot het ontwikkelwiel van de open leercultuur: praat met elkaar over de betekenis van reflectie en autonomie, train reflectievaardigheden, vind elkaar rondom commitment voor het vak, werk aan psychologische veiligheid, erken machtsverschillen, en ontwikkel op een experimenterende manier. Mede gezien de prevalentie van ongewenst en grensoverschrijdend gedrag zoals dat afgelopen jaren in meerdere crisis bij redacties tot uiting is gekomen, ligt hier een belangrijk thema voor de journalistieke praktijk.

Journalistiek & Communicatie | 03-06-2025

Everyday co-parenting in a polymedia environment

In this paper we analyse “interconnected communication sequences” between Professional Foster Parents (PFPs) and Birth Parents (BPs) in family-style group care. Interconnected communication sequences are coherent sequences constructed by participants by use of multiple communication media. In family-style group care, children live with PFPs and regularly visit their BPs, which implies PFPs and BPs share the care for children. This co-parenting relationship is important in supporting the quality of contact between child and parents, which is essential for the child’s development and wellbeing. However, a harmonious co-parenting relationship is difficult to achieve and maintain. To gain more insight in the intricacies of the complex PFP-BP relationship, we examine unfolding PFP-BP contact. Specifically, we examine two cases of instant messaging followed by a telephone call between PFPs and BPs. Our analysis disentangles how through text messaging PFPs and BPs propose to call for a particular reason and plan a call at an appropriate moment for both parties, and how they re-establish mutual availability in the call opening and collaboratively re-invoke the reason for calling. The negotiation of when to talk about what and how proves to be infused with relationship work and thereby instantiates some of the sensitivities of “co-parenting” in family-style group care. With our empirical analysis of everyday interconnected polymedia communication in different modalities (instant messaging and telephone interaction) in family-style group care, we aim to contribute to knowledge of interactional practices in the field of social work.

Pleeg- en Gezinshuiszorg | 03-06-2025

Beyond motivation

This article reports the findings of focus-group discussions with healthcare providers concerning the facilitators and barriers they experience when engaging in therapeutic patient education (TPE). Methods: Five focus-group discussions were held with a total of 21 primary and secondary healthcare providers. Discussions were moderated using a topic list that was co-created with healthcare providers. All discussions were recorded, transcribed verbatim and analysed thematically. Results: Healthcare providers consider TPE important, but it requires long-term, continuous effort in order to be effective. They sometimes doubt its effectiveness and their own efficacy. Moreover, healthcare providers experience a lack of a supportive environment. Overall, their experiences could be captured in four categories of determinants of engaging in TPE: Capabilities, Motivation, Physical Context and Social Context. Conclusion: Therapeutic patient education requires healthcare providers to be capable and motivated. To maintain the continuous effort needed, healthcare providers need to be supported both socially (e.g. by colleagues and management) and physically (e.g. through communication infrastructure). Innovation: In contrast to previous studies focusing on the motivation and capability of healthcare providers to perform TPE, this study contributes to innovation in health communication by identifying social and physical factors that determine whether TPE is delivered continuously under actual or perceived constraints in terms of time and effectiveness.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 03-06-2025

Vertical Farming als verdienmodel voor agrarisch ondernemend Regio Foodvalley

Een ontwikkeling om de stijgende wereldbevolking te kunnen blijven voeden is vertical farming: gewassen telen in meerdere lagen in een geklimatiseerde omgeving. In dit project is vertical farming als verdienmodel voor agrarisch ondernemend Regio Foodvalley onderzocht. Vertical farmer Milligreens, pionier in Regio Foodvalley, zet haar microgroenten en cressen af richting restaurants, groothandels en cateraars. Het onderzoek heeft de marktperspectieven van gewassen voor een hoger segment (bijvoorbeeld inhoudsstoffen) onderzocht. Vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) – voornamelijk lege stallen – biedt mogelijk potentie voor opschaling en verdere professionalisering van vertical farming. Het consortium bestaat uit de Christelijke Hogeschool Ede, Milligreens en Regio Foodvalley.

Dienstbaar Organiseren | 02-06-2025

Leefstijl bevorderen met relatiegericht werken

Een preventieve taak van verpleegkundigen is dat ze leefstijl en gedragsverandering bevorderen bij de hulpvrager. Dat vereist een relatiegerichte en persoonlijk afgestemde aanpak. Dit artikel biedt handvatten.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 21-05-2025

Aandacht voor preventie in verpleegkundige diagnoses en interventies in de thuiszorg

Wijkverpleegkundigen hebben een belangrijk rol in het verlenen van preventieve zorg. Zij gebruiken daarbij gestandaardiseerde, veelal digitale, classificatiesystemen waarin verpleegkundige diagnoses, gewenste resultaten en interventies worden geregistreerd. Deze systemen maken het mogelijk de kwaliteit van verpleegkundige zorg te onderzoeken en te verbeteren. Voor één zorgorganisatie inventariseerden we in 100 van de 261 dossiers welke preventiegerichte NANDA-diagnoses en interventies in de domeinen gezondheidsbevordering, voeding en activiteit/rust door wijkverpleegkundigen werden geselecteerd. De meeste verpleegkundige diagnoses en interventies werden ingezet in gezondheidsbevordering (resp. 50/109 en 191/365) en activiteit/rust (resp. 45/109 en 132/365). Bij voeding waren het er slechts resp. 14/109 en 42/365. Gestandaardiseerde diagnoses werden gebruikt, maar de interventies werden naar vrij inzicht geformuleerd, waarbij de achterliggende methodische redenatie niet altijd helder was. De generieke diagnoses ‘verminderd activiteitsvermogen’ en ‘verminderde lichamelijke mobiliteit’ werden opgeteld het vaakst geselecteerd (40/109) gevolgd door de generieke diagnose ‘kwetsbare-oudere-syndroom’ (27/109). Wijkverpleegkundigen selecteerden weinig risicodiagnoses en diagnoses in het domein voeding en verbonden niet-gestandaardiseerde interventies aan de diagnoses. Aanwijzingen voor de praktijk zijn dan ook om consequent het selecteren van risicodiagnoses te overwegen en gestandaardiseerde diagnoses en interventies zo specifiek mogelijk te stellen om gerichter preventief te handelen.

Leefstijl en Gezondheidsbevordering | 15-04-2025