Als een kind uit huis wordt geplaatst en in een pleeggezin, op een leefgroep of in een gezinshuis gaat wonen, blijven de ouders achter. Zij krijgen vaak zelf niet of nauwelijks begeleiding bij het verwerken van het verlies van de uithuisplaatsing en in het gaan samenwerken met opvoeders.
Voor het kind is het echter cruciaal dat de ouders betrokken blijven en dat zij een deel van de opvoeding voor hun rekening blijven nemen. Uit onderzoek naar samenwerking tussen ouders en opvoeders (www.gedeeldopvoederschap.nl) blijkt dat het belangrijk is dat gezinshuisouders/pleegouders en andere betrokken hulpverleners een relationele houding hebben en daarmee niet alleen het kind zien dat aan hun zorg is toevertrouwd, maar zich ook inzetten voor de verbinding tussen het kind en zijn ouders om zoveel mogelijk de ouders te betrekken in de zorg en opvoeding van hun kind. Tijdens de training komt een ouder zijn of haar verhaal vertellen en gaat met de deelnemers over zijn of haar ouder-ervaringen in gesprek.
Studie-eigenschappen
-
Doelgroep
Deze training is speciaal ontwikkeld voor professionals die werken met gezinshuisouders of pleegouders. Ook wordt deze training regelmatig gevolgd door professionals die werk in residentiële setting of kleinschalig verblijven.
-
Accreditatiepunten
Aan deze training zijn door het SKJ 18 registratiepunten toegekend
-
Aantal deelnemers
12-16 deelnemers
Doel van training
Na deze training ben je op de hoogte van actuele wetenschappelijk inzichten over een goede samenwerking tussen ouders en pleeg- en of gezinshuisouders, herken je de concrete mogelijkheden en momenten waarin je de samenwerking kunt verbeteren en ben je gegroeid in je relationele houding en relationele (interactie)vaardigheden in het ondersteunen van die samenwerking. Je hebt je eigen relationele vaardigheden en houding geëvalueerd en je hebt verkend hoe je dit kunt verbeteren in de casuïstiek die je zelf hebt ingebracht.
Citaat deelnemer
“De houding ‘niks is fout’, vooral tijdens de rollenspellen in de training, was erg helpend. Verder hielpen de eigen ervaring van de trainer over haar rol als pleegmoeder en de creatieve activiteiten goed om de theorie in de praktijk te laten zien.”
Inhoud van training
Dagdeel 1: State of the art – recente inzichten uit onderzoek
In dit dagdeel worden de huidige inzichten uit onderzoek (‘relatiegericht samenwerken’/ ouders onvervangbaar achten/ contextuele theorie / theorie omtrent ouderondersteuning) besproken en worden de deelnemers bijgepraat over de laatste inzichten.
Dagdeel 2: Samenwerken doen!
In het tweede dagdeel vergroten de deelnemers hun inlevingsvermogen in de situaties van ouders en jongeren, oefenen met relationele gespreksvaardigheden en bespreken dilemma’s in de samenwerking met ouders.
Dagdeel 3: Samenwerking met ouders in beeld – ontdekken (beeldfragmenten en interactie)
Er wordt aan de hand van voorbeelden van gesprekken onderzocht op welke manier gezinshuisouders/pleegouders of begeleiders ouders relationeel benaderen en wat dat doet in het gesprek. Deelnemers kunnen beschrijven hoe gezinshuisouder/pleegouders of begeleiders goede-ouder-ervaringen bij ouders kunnen faciliteren en benoemen.
Dagdeel 4: Samenwerking begrijpen en verbeteren – intervisie
In het laatste deel van de training wordt door middel van intervisie stilgestaan bij eigen casuïstiek. Aan de hand van een intervisieleidraad worden deelnemers uitgedaagd om te reflecteren op de wijze waarop zij zich positioneren ten opzichte van ouders en welke vaardigheden ze al inzetten en nog zouden willen ontwikkelen.