Jan Hol, voorzitter College van Bestuur van de CHE, schreef een persoonlijke brief aan Mark Rutte.
Beste Mark,
Jij en ik hebben eigenlijk best veel gemeen. We komen allebei uit een groot gezin. Jij bent de jongste van zes kinderen; ik bijna de oudste van zeven kinderen. We houden ook allebei van geschiedenis; zeker van de Amerikaanse historie. Gods own country intrigeert ons beiden. Jij startte je studie geschiedenis in 1984 in Leiden. En ik in datzelfde jaar met politicologie in Amsterdam. We waren allebei geen feestbeesten. Jij was er te serieus voor en ik was er te gereformeerd voor. Zo kan dat gaan. Er was ook wel een studentikoos verschil tussen ons. Waar ik in Mokum in 4 jaar mijn bul binnensleepte, had jij daarvoor in Leiden 7 jaren nodig. Best een luxe dat je toen zo lang kon studeren op kosten van de belastingbetaler. Het pleit voor je dat je niet de enige politicus bent, die veel langer dan 4 jaar heeft gestudeerd. Ik herinner me Alexander Pechtold (kunstgeschiedenis) die ook veel langer dan 4 jaar kon studeren dankzij de nationale staatskas.
Ik weet niet, Mark, of jij je nog kunt herinneren dat je rond 2006 op de CHE bent geweest, destijds als staatssecretaris van Onderwijs. Dat was toen we één van de eerste keren werden uitgeroepen tot beste hogeschool van jouw Nederland (by the way: dat zijn we nog steeds). Of die keer dat je campagne gevoerd hebt in Ede. Op zaterdag 2 maart 2019. Je liep toen voor de Boni-supermarkt, omstuwd door plaatsgenoten en knuffelde een Antilliaanse vrouw, die duidelijk van je gecharmeerd was. Ik was destijds zo’n beetje een halve Amsterdammer, maar sinds zes maanden heb ik me aangesloten bij de CHE. Het is voor jou een hogeschool om rekening mee te houden, want met de regelmaat van de klok levert de CHE jonge mensen af die razendsnel carrière maken in politiek en openbaar bestuur. Ik zal een paar fotootjes van hen aan je appen. Als jij straks van ‘Drees’ gaat trekken, lopen de politieke talenten van de CHE zich warm voor het Torentje. Ik zet er een fles whisky op dat het waar wordt.
Ik schrijf je vandaag niet alleen om sentimentele memories op te halen. Ik wil je iets vragen voor onze studenten. Namelijk of je hen een extra jaar wilt geven. Niet een levensjaar, want een hervormde jongen als jij weet dat dát cadeau ons alleen van de Schepper toevalt. Nee, ik bedoel, kun je het niet eenmalig zo regelen dat onze CHE-studenten, dankzij een extra donatie van Wopke, 5 jaar kunnen studeren in plaats van 4? Dat zijn nog altijd 2 jaren minder dan jouw verblijf aan de Leidse universiteit. Je moet weten, Mark, we hebben hier op school een werkgroep ‘Hoe Houden We Het Vol?’. En die meldt vrijwel wekelijks dat steeds meer studenten vertraging oplopen, hun prestaties dalen, minder vrolijk worden, zich zorgen maken over hun toekomst. Ze leven eigenlijk in een mentale hongerwinter. Velen van hen hebben continu last van dreiging, angst en isolatie. En dat schaadt onze jonge generatie. Weet, Mark, dat we er alles aan doen om onze studenten zo goed mogelijk te begeleiden. Maar wat wij niet kunnen is hen meer financiële lucht en ruimte geven tijdens hun studietijd.
Daarvoor hebben we jou nodig. Wees dus wijs en geef ze een 5e studiejaar dankzij een donatie van Wopke. Hij heeft miljarden over voor de KLM (waar ik als oud luchtvaart-medewerker best sympathie voor heb), dus waarom zou Wopke niet een kleiner bedrag kunnen doneren voor een extra studiejaar voor onze jonge mensen. Kijk, jij bent nu 10 jaar onze premier. En ik ben al tevreden met de helft: 5 jaar voor onze studenten. Is dat niet een genereus voorstel? Ik weet dat je het druk hebt met al die Kamervragen en prijs schietende parlementariërs, maar als het kan, geef dan snel antwoord. Dan zetten we je goeie nieuws bij ons op het Portaal en toveren we dankzij jou een glimlach op het gezicht van duizenden CHE-studenten. Dank alvast en hartelijke groeten, ook aan Wopke.’
Jan Hol