Na dertig jaar in de specialistische ggz koos Margreet Begthel voor een carrièreswitch. Na het volgen van de flexibele deeltijdopleiding aan de CHE werkt ze nu als praktijkondersteuner GGZ.
Vertel, hoe ziet een werkdag van jou eruit?
Ik begin altijd met het doornemen van mijn agenda en het doorlezen van aantekeningen over de mensen die ik deze dag ga spreken. Mijn agenda is ingedeeld in blokken van 45 minuten. Voor een intake gebruik ik die tijd volledig, vervolggesprekken duren een half uur. Zo blijft er tijd over om te rapporteren. Op een dag spreek ik zo’n 10 tot 11 mensen. Er is altijd 1 plek vrij voor spoedgevallen en die wordt bijna altijd ingevuld. De dagen vliegen dus om.
Wat komt er allemaal voorbij in die gesprekken?
De problemen zijn heel breed. Van psychoses en endogene depressies tot persoonlijkheidsstoornissen of trekjes daarvan. Maar ik praat ook met ouderen die vergeetachtig worden en het overzicht kwijt raken of kinderen die bang zijn om naar school te gaan of in hun bed blijven plassen. Op dit moment is mijn jongste patiënt 6 en de oudste 87.
Wat spreekt je aan in dit werk?
Het mooie is dat je iets toevoegt in de huisartsenpraktijk. Huisartsen zijn vooral somatisch opgeleid, met kennis over psychische en psychiatrische problemen kun je patiënten echt verder helpen. Het mooie is dat de drempel van een huisartsenpraktijk relatief laag is. Het is best moeilijk om hulp te zoeken als het niet goed gaat in je hoofd, maar bij de huisarts durven veel mensen nog wel binnen te lopen.
Dat lijkt me ook een grote verantwoordelijkheid.
Dat is het ook. Je zit helemaal vooraan in het traject en hebt een hele autonome functie. Ik schrijf bijvoorbeeld zelf verwijsbrieven onder supervisie van de huisarts. Er zijn ook praktijken waar de huisarts dit zelf doet. Ik kan altijd terugvallen op de huisarts. Ook overleg ik regelmatig met andere praktijkondersteuners in de regio. We hebben bijvoorbeeld een groepsapp waarin we anoniem casuïstiek bespreken. Verder ben ik met een aantal oud-studenten van de opleiding een intervisiegroep gestart. We komen daarvoor trouwens nog steeds bij elkaar op de CHE!
Margreet studeerde verpleegkunde en ging vervolgens aan de slag in een psychiatrisch ziekenhuis. Daarna maakte ze de overstap naar een instelling voor specialistische geestelijke gezondheidszorg. Margreet specialiseerde zich er in ambulante psychiatrische zorg voor doven, slechthorenden en mensen met gehooraandoeningen zoals oorsuizen. De laatste jaren merkte ze dat ze minder plezier kreeg in haar werk, mede doordat ze steeds meer tijd kwijt was aan papierwerk. Na een ‘meeloopdag’ bij een bekende praktijkondersteuner was ze verkocht. En dus schreef ze zich in voor de opleiding POH-GGZ aan de CHE.
Jij had al behoorlijk wat ervaring en diploma’s. Hoe is daar rekening mee gehouden?
Ik kon voor een aantal modules vrijstellingen krijgen. Dat is prettig want het scheelt veel tijd en geld. Al moet ik eerlijk bekennen dat ik in de online omgeving wel af en toe door de inhoud heb gesnuffeld van de modules die ik niet hoefde te doen. Ik was namelijk toch wel nieuwsgierig naar wat ik ‘miste’.
Voor deze opleiding had je een werkplek nodig. Was die goed te vinden?
Dat was nog best even zoeken, maar gelukkig vond ik vlak voor de start een stageplek in Bennekom. Tijdens de opleiding kreeg ik een aanbod voor een baan van 2 dagen in een praktijk in Veenendaal. Inmiddels heb ik een vast contract en in december ga ik nog eens 2 dagen in de week aan de slag bij een andere huisartsenpraktijk in Veenendaal.
Je bent inmiddels al weer even klaar. Wat is je bijgebleven van de opleiding?
Vooral de kwaliteit en de grote gedrevenheid van de docenten. Ze spelen in hun lessen goed in op het niveau en de ervaring van de studenten. Ook de diversiteit van de modules sprak me aan. Alle mogelijke ziektebeelden krijgen aandacht.
Grijp je nog wel eens terug op wat je geleerd heb?
Absoluut. Ik heb bijvoorbeeld veel gehad aan de module over spiritualiteit en zingevingsvragen. Ik was daar vooraf wat sceptisch over. Ik ben wel gelovig opgevoed, maar ga niet meer naar de kerk. En mijn patiënten hebben allemaal verschillende achtergronden. Maar deze module heeft me positief verrast. Ik weet nu hoe geloof, spiritualiteit en zingeving tot steun of beperking kunnen zijn en zet dat bewust in tijdens gesprekken.
Wat gebruik je nog meer in de praktijk?
De module over vraagverheldering was heel leerzaam. Ook aan de lessen over oplossingsgerichte therapie, zelfmanagement en krachtgericht werken heb ik veel gehad. Wat doe je wel en niet als praktijkondersteuner? Hoe laat je de verantwoordelijkheid bij de patiënt? Het KOP-model (Klachten, Omstandigheden en Persoonlijke stijl) gebruik ik dagelijks om structuur aan te brengen in de consulten en om de kracht en eigen regie van de patiënt te behouden.
Je hebt zelf veel ervaring in de tweedelijn. Is het niet wennen dat je nu een andere rol hebt?
Soms wel. Ik merk dat ik af en toe teveel de vraag achter de vraag zoek, dat ik me nog verantwoordelijk voel om iemand ‘beter’ te maken, terwijl ik nu vooral een taak als poortwachter en triagist heb. Aan de andere kant kan ik mijn kennis en ervaring ook bewust inzetten in gesprekken. Ik kan mensen bijvoorbeeld voorbereiden op wat komen gaat in in de specialistische GGZ. En als de wachtlijst ergens lang is, laat ik mensen niet zwemmen, maar probeer ik alvast een eerste stap te zetten met een patiënt.
In januari gaat weer gegarandeerd een post-hbo Praktijkondersteuner GGZ van start. Lees meer: https://www.che.nl/opleidingen/deeltijd/post-hbo/praktijkondersteuner-huisartsenzorg-ggz.