In de praktijk van de begeleidingskunde wordt veel gewerkt met spel en spelmethodieken. De theoretische doordenking van het gebruik van deze werkvormen blijft daarbij achter. Er is weliswaar een grote hoeveelheid aan spelvormen beschikbaar, en er zijn veel publicaties over diverse methodieken, maar er is weinig literatuur over het gebruik van spel als zodanig in de begeleidingskunde. Dit artikel thematiseert de vraag hoe spelgebruik binnen het professioneel handelen van de supervisor en coach een theoretische basis kan krijgen.