Hoe help jij anderen met een gezondere leefstijl? Dat hoort bij de taken van allerlei professionals, zoals verpleegkundigen, sociaal werkers en HR-medewerkers. Word in deze minor zelfverzekerd en geloofwaardig in je ondersteuning.
Studie-eigenschappen
-
Leeruitkomst
Je versterkt je vaardigheden en kennis om cliënten (met aandoeningen) te ondersteunen tijdens leefstijlverandering. Bovendien kun je de opgedane kennis over leefstijl en gezond uitstekend benutten voor je eigen leven.
Voertaal: Nederlands
Niveau: hbo-minor
Studiepunten: 15 EC -
Doelgroep
Voor elke student met interesse in leefstijl en het begeleiden van patiënten, cliënten of werknemers op dit gebied.
-
Roostering
Contacturen op de CHE zijn ongeveer 3 dagdelen per week. Daarnaast spreek je af met je groep om te werken aan de opdracht.
-
Toelatingseisen
Voor toelating tot deze minor is vereist dat de student de propedeuse behaald heeft.
Leerdoelen
- Je bent in staat om evidence-based interventies in te zetten tijdens begeleiding van personen naar gezonder gedrag.
- Je kunt informatie geven over de leefstijlfactoren bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning.
- Je bent in staat om bij professionele dilemma’s op het gebied van leefstijlverandering je handelen te verantwoorden aan de hand van een methode.
- Je kunt uitleggen wat ervoor nodig is om aan te sluiten bij personen met beperkte gezondheidsvaardigheden in gesprekken en voorlichting.
- Je ben in staat om betrouwbare informatie over leefstijl en een specifieke aandoening speels en activerend over te brengen aan groepen aanstaande professionals.
Toetsing
De toetsing bestaat uit 3 onderdelen:
- Opdracht 1: In een groepje van 3 studenten ontwikkel je een activerende leervorm over leefstijl en een aandoening inclusief onderbouwing. Denk daarbij aan een escaperoom of spel. Aan het einde wordt deze ook gespeeld.
- Opdracht 2: Met een medestudent maak je een concrete voorlichtings- of gesprekstool die een professional kan inzetten bij een persoon met beperkte gezondheidsvaardigheden.
- Opdracht 3: Bevat je eigen reflectie op je kennis, vaardigheden m.b.t. het inzetten van interventies en het omgaan met dilemma’s (2 A4).