Relationele ethiek kan gemakkelijk geïnterpreteerd worden als een levensbeschouwelijke richtlijn. Niet voor niets wordt het contextuele denken ook wel eens ten onrechte een levensbeschouwelijk gekleurde benadering genoemd. Toch legt de contextuele benadering wel een relatie met thema's die alles te maken hebben met rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid en andere elementen die een zekernormatief karakter lijken te hebben. Hoe zit dat?
Werken met het paradigma van de relationeel ethische dimensie betekent werken met een ‘open einde’. Wat er gebeurt wanneer de ene mens de ander ontmoet, is onvoorspelbaar. Tegelijk hebben we ongelooflijk veel beelden van elkaar, waarin we de ander dreigen vast te houden. Hoe is het denken over ontmoeting en onvoorspelbaarheid, over ‘heden’ (Buber e.a.), te rijmen met het intergenerationele perspectief van Boszormenyi-Nagy, waarbij terugzien en vooruitzien (en dus: beeldvorming) tot de noodzakelijke verantwoordelijkheid in families behoort.
De psychiater V. Frankl beschreef de levens-noodzaak om een zin te vinden in ervaringen van verlies en ander lijden. Volgens de filosoof E. Levinas heeft lijden geen nut. Hij maakt wel een voorbehoud: lijden is nutteloos, tenzij het betekent: mee-lijden met een ander. Wat is de impact van deze uitspraken voor de kaders rond zingeving die we meedragen vanuit onze opvoeding en ook onze latere context, en hoe verhouden we ons daartoe wanneer we een ander willen bijstaan ook in ervaringen van verlies
Studie-eigenschappen
-
Studielast
24 uur, waarvan 6 contacturen, gegeven in 1 lesdag
-
Toelatingseisen
Relevante hbo- of wo-opleiding in een sociaal agogische richting en basiskennis van het contextuele denken (bijvoorbeeld de phbo Contextuele Hulpverlening Basis).