Het was zijn geschiedenisleraar die ervoor zorgde dat Teus Kik (40) na de havo voor de Lerarenopleiding Geschiedenis koos. Nu volgt Teus, dankzij diezelfde docent die hij weer tegenkwam, de masteropleiding leraar Godsdienst en Levensbeschouwing aan de CHE. “Zoals die man mij inspireert, hoop ik een inspiratiebron voor mijn leerlingen te zijn.”
Teus Kik (40) uit Mijnsherenland is vijf jaar geschiedenisdocent, als hij inziet dat het werk hem makkelijk afgaat. “Ik had geen last van werkdruk en zat in een wat rustigere periode in mijn leven”, vertelt hij. Tegelijkertijd kan Teus, die altijd al veel belangstelling heeft voor Theologie, de theologische gesprekken met zijn schoonvader niet meer ‘bijhouden’. Zijn schoonvader studeert op dat moment Theologie. “Mijn vrouw zei tegen mij: ‘Waarom ga je ook geen Theologie studeren?”
Teus klinkt bevlogen. Hij heeft een gezin met drie kinderen en ook zijn Theologie-diploma inmiddels op zak. Ruim twee jaar geleden maakte hij de overstap naar het vak Godsdienst. “Dat was helemaal niet mijn intentie toen ik aan de opleiding Theologie begon”, bekent hij. “Maar het liep zo. Op een zeker moment kwam ik mijn geschiedenisdocent van de middelbare school weer tegen. Hij vertelde dat er een vacature open stond voor docent Godsdienst op de school waar hij directeur is. ‘Of de vacature niets voor mij was’.”
Lesbevoegdheid
Eén voorwaarde was wel dat hij, ondanks zijn universitaire Theologie-achtergrond, zijn lesbevoegdheid moest halen. “Een collega deed al de masteropleiding leraar Godsdienst en Levensbeschouwing op de CHE en was erg over de opleiding en school te spreken. Bovendien kon ik dan meteen gebruik maken van zijn voorkennis. Ik heb niet langer getwijfeld en mij meteen ingeschreven.”
Teus vond het “geen probleem” om opnieuw de collegebanken in te moeten. “Zoals de één het als hobby heeft om modeltreintjes te bouwen, is het mijn hobby om te studeren”, zegt hij lachend. “Daarnaast wist ik al dat het goed te doen is om in deeltijd te studeren.”
‘Warme deken’
Dit jaar hoopt hij af te studeren. “Ik krijg vrijstellingen voor alle theologische vakken, dus hoef alleen de pedagogische vakken te volgen.” Over de sfeer op de CHE is hij erg enthousiast. “Die is heel intermenselijk, het voelt als een warme deken. En de contacten met de docenten zijn uitstekend.”
Of hij tijdens master nog wel wat nieuws leert met zijn zestien jaar ervaring als docent? “Zeker”, glimlacht hij. “Lesgeven is een routine geworden, en nu ik weer onderwijskundige vakken krijg, word ik bewuster waarom ik dingen doe zoals ik ze doe.” In het begin was hij wel sceptisch, geeft hij toe. “Ik dacht: het lesgeven gaat toch prima zoals het gaat? Maar dat is misschien ook wel een beetje docenteigen.”
Immanuel Kant
Inmiddels staat hij open om dingen te veranderen. “Je moet jezelf bijvoorbeeld filmen als je voor de klas staat, zodat je kunt zien hoe je lesgeeft. Het viel me op dat ik vaak mijn zin niet af maak. Nu ik daar beter op let, is er meer rust tijdens mijn lessen.”
En hoewel Teus het vak Geschiedenis soms mist, is hij blij met deze overstap. “Bij Geschiedenis vertelde ik vooral een verhaal, nu ga ik veel meer met de leerlingen in gesprek. Bovendien werk ik nu als eerstegraadsdocent, waar ‘het gesprek aangaan’ meer mogelijk is. Leerlingen hebben de basiskennis van de Bijbel inmiddels achter de rug, waardoor we dieper kunnen nadenken over wat de Bijbel zegt.” Vwo-6 leerlingen kunnen hele kritische vragen stellen, merkte hij al snel. “Maar dat is alleen maar leuk en houdt het uitdagend. Als een leerling een vraag stelt over een boek van Immanuel Kant, dan verwachten ze wel dat ik dat gelezen heb.”
Energie
Als tiener heeft Teus voor het onderwijs gekozen, omdat de lessen van zijn Geschiedenisdocent hem inspireerden. “Nu hoor ik regelmatig van studenten dat ze voor het onderwijs of voor Theologie hebben gekozen, omdat ze mijn levensvragen interessant vinden. Dat geeft zoveel energie.”
Waar hij over tien jaar staat? “Dan ben ik vijftig”, denkt Teus hardop na. “Ik hoop dat ik dan nog steeds met evenveel enthousiasme lesgeef, want daar ligt mijn hart. Voorlopig als Godsdienstdocent, maar het vak Filosofie lijkt me ook nog wel wat.”