Wat zijn de leukste plekken van de stad en hoe studeerden Carla Keng en Astrid van den Hil?
Een interview met Carla Keng en Astrid van den Hil, studenten van de Associate degree opleiding Sociaal Werk in de Zorg, locatie Dordrecht. Carla en Astrid werken bij Gemiva-SVG Groep, dat ondersteuning en begeleiding biedt aan mensen met een handicap, chronische ziekte of andere beperking.
Vertel: waar zijn we?
Dit is de groepsruimte van Gemiva-SVG. Hier zaten we elke woensdagavond te studeren. Als de cliënten ‘s middags naar huis gingen, pakten wij onze opdrachten en de lesstof erbij. Meestal werkten we allebei zelfstandig achter onze eigen computer, maar het is erg prettig dat je tussendoor even kunt sparren.
Je kunt natuurlijk ook gewoon lekker thuis leren.
Klopt, maar thuis heb je altijd wel afleiding. Er moet een wasje aan, de kinderen vragen waar hun schoenen liggen of wat er vandaag op het menu staat. Op het werk heb je dat niet. Wij waren ‘s avonds de enige in het gebouw. Dan kan je lekker focussen. Wat ook helpt is dat je elkaars stok achter de deur bent: je moet wel!
Was dat afzien op water en brood in de avonden?
Nee hoor. Meestal lieten we wat bezorgen: pizza, chinees, patat. Of we maakten zelf wat klaar. We hebben hier een complete keuken, dus dat was geen enkel probleem. Even tussendoor kokkerellen en wat eten, zorgt voor ontspanning en nieuwe focus.
Wat was eigenlijk de aanleiding om te gaan studeren?
De locatiemanager tipte ons. Dat kwam op het goede moment. We waren er allebei aan toe. Wat ook meespeelde is dat de zorg in de afgelopen jaren veranderd is. Vroeger zorgde je voor cliënten, nu stimuleren we ze om zoveel mogelijk zelf te doen. Al die veranderingen maken het nuttig om weer de schoolbanken in te duiken.
Ik kan me voorstellen dat het even wennen was om weer te gaan studeren.
Zeker. We werken allebei (32 & 36 uur per week), hebben nog een huishouden te runnen en zijn ook niet de jongsten meer. Het was echt even zoeken: hoe combineren we dat allemaal. Je moet goed plannen. Maar na een poosje merkten we allebei dat we het studieritme te pakken hadden. De begeleiding van de docenten heeft daar ook aan bijgedragen. Zij gaven aan dat je ook af en toe tijd voor jezelf moet nemen.
Carla en Astrid zijn allebei persoonlijk begeleider op één van de dagbestedingslocaties van Gemina-SVG. Carla begeleidt een groep van zo’n 20 cliënten met een lichte tot matige verstandelijke beperking. De cliënten doen bijvoorbeeld inpakwerk voor bedrijven in de regio. Ook maken ze schilderijen en andere creatieve producten, die verkocht worden in de eigen winkel. Astrid staat op een groep voor cliënten met een ernstige en vaak meervoudige beperking. Zij is vooral bezig met belevingsgerichte ondersteuning en de sensomotorische ontwikkeling van cliënten.
Welke dingen uit de opleiding passen jullie inmiddels toe op jullie groep?
Carla: De opleiding Ad Sociaal Werk in de Zorg heeft mij vooral bewuster gemaakt. Ik denk meer na over waarom ik iets doe, welke methodiek ik daarvoor gebruik. Wat ik ook geleerd heb is om stigma’s los te laten. Bij een nieuwe cliënt met het syndroom van down denk je misschien snel: die zal wel een sterke eigen wil hebben. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Cliënten zijn meer dan hun beperking. Ze zijn allemaal uniek en bijzonder. Ik probeer nog meer dan voorheen daar naar te kijken en deel dat ook met mijn collega’s.
Astrid: Het is inderdaad vooral een proces van bewustwording. Ik heb mij tijdens het afstuderen verdiept in het onderwerp ‘meer eigen regie bij de ernstig meervoudige beperkte cliënt’. En hoe je hiervoor zorg kunt dragen. Daarnaast wilde ik graag mijn omgeving daarin betrekken. Collega’s, maar ook de leerlingen en stagiaires die ik begeleid. Om samen met hen de ondersteuning naar cliënten toe te optimaliseren. Het gaat er dan om de kleinste signalen daadwerkelijk te zien (sensitiviteit) en erop te reageren (responsiviteit).
Inmiddels hebben jullie je diploma: zijn er nog plannen om door te leren?
Carla: Nou, het is nu wel even klaar. Maar zeg nooit nooit.
Astrid: Een nieuwe studie ambieer ik op dit moment niet. Maar je bent nooit uitgeleerd, dus ik hoop in de toekomst nog veel te kunnen en mogen leren.
Jullie waren de eerste lichting ‘Dordtse’ studenten. Wat maakt Dordrecht tot een prettige stad om te studeren?
Dordrecht is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. En de CHE zit aan de rand van de binnenstad. Je hebt winkels, supermarkten en terrasjes in de buurt, kunt in de pauze een broodje halen bij bijvoorbeeld de Hema of Bakker Bart.
Wat is de leukste plek om met andere studenten te lunchen?
Dan zou ik langsgaan bij lunchroom De Witte Haan. Daar werken mensen met een beperking in de bediening en de keuken. Erg leuk!
En als je ergens je laptop wilt openklappen?
Rond het Scheffersplein vind je allemaal leuke restaurantjes en koffietentjes. Daar zou ik dan gaan zitten.
Waar moet je zijn als je in het zonnetje een studieboek wilt lezen?
Aan het einde van de Voorstraat vind je de haven van Dordrecht en kijk je uit over het water. Daar zit je niet verkeerd. Stop onderweg ook even bij de Gemivariawinkel in deze straat. Daar vind je de producten die onze cliënten maken.
Als we er dan toch zijn: wat mogen we in Dordrecht niet overslaan?
Wij zouden een stadswandeling tippen. Dordrecht heeft een rijke geschiedenis en heel veel leuke verstopte hofjes. Voordeel is dat de stad redelijk compact is en alles dus goed te belopen is.
Wil je meer weten over de Associate degree Sociaal Werk in de Zorg? Kijk dan op www.che.nl/adswz. Je kunt deze opleiding in Dordrecht of in Ede volgen.
Dit interview is ook te lezen in SCHERP magazine en te downloaden in de CHE Scherp app. Download de CHE Scherp app gratis in app-store en google play.