Interdisciplinair werken, wat is dat nou? Vanuit de CHE wordt het tegenwoordig steeds meer gestimuleerd om interdisciplinair te werken. Tijd om er ook aandacht aan te geven, zodat het duidelijk wordt wat dat nou precies inhoudt. Er zijn twee interviews gehouden, één met studenten van de minor Pasgeborene tot puber en één met begeleidende docenten van de minor Brein en Manipulatie. Beide zijn gebruikt voor het uitleggen van wat interdisciplinair werken inhoudt.
Wat is interdisciplinair werken precies?
Anna Jonkers (verpleegkunde, CHE), Gerjanne Huibers (verpleegkunde, CHE) en Marit van Sommeren (werktuigbouwkunde, HU) hebben alle drie de minor Pasgeborene tot puber gevolgd op de CHE. Hun terugblik op die periode van samenwerking is bij alle drie erg positief. Ze hebben tijdens de minor interdisciplinair samengewerkt. De plekken om interdisciplinair te werken zijn op de CHE binnen de minoren. Interdisciplinair werken houdt in dat er mensen van verschillende opleidingen kijken naar hetzelfde probleem. Samen moeten ze een oplossing vinden voor dat probleem en daarbij moeten hun kwaliteiten en opleidingen samengevoegd worden voor een uiteindelijke oplossing.
De ervaringen van studenten: ‘’Je moet een heel open houding hebben omdat je soms ook gewoon op een andere manier dingen moet doen die je anders gewend bent.’’
Anna Jonkers: ‘’Het was de eerste keer dat ik met een andere opleiding samenwerkte en het is dan ook belangrijk om je eigen inzichten te delen met elkaar en daar dan de juiste middenweg in zien te vinden of de juiste keuze zien te maken.’’
Tijdens een interview met een aantal docenten die interdisciplinair werken begeleiden op de CHE komt hetzelfde naar voren. Hans Linker, docent bedrijfskunde, antwoordt tijdens het interview: ‘’Als je twee ICT jongens hebt dan gaan ze op dezelfde manier aan de gang. Het heeft dus toegevoegde waarde als je van meerdere opleidingen mensen bij elkaar hebt, omdat ze dan met meerdere mensen met verschillende achtergronden een onderwerp kunnen aanvliegen.’’
Clash of cultures
In beide interviews die voor dit stuk zijn afgenomen, wordt hetzelfde opgemerkt: een botsing van opleidingsculturen. Iemand die Social Work studeert, kijkt anders tegen dingen aan dan iemand die ICT of Bedrijfskunde studeert. Bij het interview van de docenten loopt het gesprek vloeiend. ‘’De begeleiders van Interdisciplinair werken hebben gisteren nagedacht over: hoe maak je iets commercieel en hoe ga je nou in het werkveld werken?’’ Tijdens het gesprek komen we er achter hoe er per opleiding wordt gereageerd op bepaalde situaties. Het brengt leuke en leerzame momenten met zich mee. ‘’Social Work is een beetje ingewikkeld als het gaat om eigendommen van een product dat gemaakt is door studenten. Je kunt een rechtszaak krijgen naar Eigenaarschap, AVG. Het werk van Social Work in het algemeen is je vooral mengen onder mensen die al overbelast of kwetsbaar zijn. Daar moet je dus heel voorzichtig mee werken. De vrijheid van bedrijfskunde is dat het verkopen van eigendommen van producten al in het werkveld gebeurt. Bedrijven betalen aan de CHE, waardoor datgene dat de student maakt ook van het bedrijf is. De studenten worden indirect terugbetaald door mee te gaan naar excursies.’’
Een voorbeeld van interdisciplinair werken op de CHE
Op de CHE wordt ook interdisciplinair samengewerkt bij de minor Brein en Manipulatie. De minor bestaat uit de opdracht: een escaperoom maken. Aan die escaperoom maken zitten nog een aantal eisen. Zo moet het een maatschappelijk onderwerp zijn, moet het duurzaam zijn, er moet urgentie in zitten en er moet iets ethisch in zitten. Aan de hand van die eisen moeten de studenten een escaperoom maken.
Meestal zitten studenten van dezelfde opleiding bij elkaar, bijvoorbeeld alle verpleegkundigen. Maar hier wordt ze allemaal gemengd. Het is zo ingebouwd dat als de studenten binnenkomen, ze gelijk in groepjes van vier worden verdeeld. De groepjes gaan aan de slag, worden gecoacht en gaan zich specialiseren. Er wordt in ieder geval gezorgd dat alle student op één lijn zit qua theoriekennis.
Gedurende de dag worden de studenten bij elkaar gezet. Er is niet een hele lange aanloop dat ze elkaar kunnen leren kennen, zodat er niet iemand dominant binnen de groep kan worden. Daardoor moeten ze dus allemaal evenveel inbrengen en kan niet één plan of idee worden uitgevoerd op één manier.
Dan moeten de groepjes een escaperoom te maken. De escaperoom moet te maken hebben met een maatschappelijk onderwerp, zoals daklozen of drugsverslaafden. De escaperoom moet ook een doel hebben, zoals het informeren.
In totaal zijn er 72 studenten toelaatbaar in deze minor. In het jaar 2022-2023 waren er in totaal 67 studenten aangemeld. In het jaar 2023-2024 zijn er 71 studenten aangemeld. Die getallen laten zien dat het steeds een stukje populairder wordt om interdisciplinair samen te werken.
Ervaringen van studenten én docenten
De studenten onderling ervaren het heel positief. Anna Jonkers: ‘’ik maakte me in het begin een beetje zorgen over hoe de samenwerking tijdens de minor met verschillende opleidingen goed moest komen, maar alles viel mee en we hebben waar we goed in zijn goed kunnen gebruiken.’’ Ook Marit heeft ondanks haar compleet andere opleiding heel erg genoten van de minor. ‘’We zijn langs een kinderziekenhuis geweest en we hebben lesgegeven in een schakelklas. Die dingen waren helemaal nieuw voor mij en ik denk dat dat ook de leukste dingen zijn geweest tijdens de minor.’’ Gerjanne Huibers zegt ook dat ze heeft genoten van haar periode en zij vindt juist de eindopdracht het leukste van de minor. ‘’Het maken van de podcast vond ik wel het meest leuke.’’
Bij de docenten, die helpen bij andere minor, zijn de ervaringen vooral coaching gericht. ‘’Het vraagt vooral maatwerk, creativiteit en meedenken met de studenten. Een groepje kan de escaperoom bijvoorbeeld doen over gokverslaving. Hoe ga je te werk en hoe ga je dat verbeelden? Dan help je ze op weg door de stereotypen op te merken en te helpen met het stimuleren, want doe eens wat onderzoek, ga eens mensen interviewen. En maak het reëel voor je omgeving en publiek en ken je doelgroep! Wat kun je hiermee, wat wil je iemand meegeven of wil je iemand een leuke ervaring geven? Dat zijn vooral de dingen waar wij ons als docent mee bezighouden.’’ In elk vakgebied is er dan ook een andere manier van werken: ‘’Het kijken naar iets is heel anders per opleiding. Bij bedrijfskunde is het logisch dat je alles al regelt van tevoren. Maar bij verpleegkunde kan dat soms nog op het laatste moment komen.’’
Een verbetering binnen de school
Marit van Sommeren merkt op dat de lessen die werden gegeven niet vastzaten aan de minor zelf. ‘’Dus als je de lessen niet had gevolgd dan kon je de minor alsnog halen met de dingen die op ItsLearning stonden. Gerjanne sluit hierbij aan: ‘’En de SLO lessen had je wel, maar er werd niet heel verdiepend ingegaan op jouw persoonlijke ontwikkeling binnen de minor, er werd bijvoorbeeld niet echt een reflectiemoment gegeven.’’
Wat wordt opgemerkt vanuit de studenten is dat ze tijdens de opdracht veel dingen leren. Maar dat deze manier van samenwerken nog niet vaak voorkomt op de CHE. Marit merkt ook op dat je in het werkveld als verpleegkundige ook te maken krijgt met mensen met verschillende achtergronden. ‘’Zo werk je als verpleegkundige dagelijks ook met techniek.’’ Gerjanne Huibers had het interdisciplinair samenwerken in de opleiding zelf ook een goede aanvulling gevonden: ‘’Ik loop nu stage in een ziekenhuis en je werkt met zoveel verschillende mensen samen, dat het vanuit de opleiding handig was geweest om interdisciplinair samenwerken te leren.’’ Anna voegt toe: ‘’Ik zou niet goed weten in welke opdrachten van de opleiding ze dat interdisciplinair samenwerken meer zouden moeten doen.’’ Over één ding zijn ze het allemaal helemaal mee eens. Ze zouden allemaal dit opnieuw willen doen als ze de kans zouden krijgen.
Dit artikel is geschreven door Vera Kaai, student journalistiek jaar 2, CHE