Vier jaar geleden startten we met het ontwikkelen van een nieuw curriculum Social Work. De voormalige opleidingen Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Sociaal Pedagogische Hulpverlening integreerden hiermee tot één gezamenlijke nieuwe opleiding. Het vernieuwde curriculum draait nu drie jaar. Hoe staat het er op dit moment voor? En welke punten vragen momenteel aandacht? Een korte update.
Twee sporen
Aan het woord is Ruth Vermaat, voorzitter van de curriculumcommissie van de voltijdopleiding Social Work. “Als curriculumcommissie volgen we eigenlijk continu twee sporen. Het ene spoor heeft betrekking op het werkveld waar we mee samenwerken en waartoe we onze studenten opleiden. Het andere spoor heeft betrekking op de onderwijskundige kant van het opleiden van studenten. We pendelen voortdurend heen en weer tussen vragen als ‘Wat leeft er in de praktijk en wat betekent dat voor de mensen die wij gaan afleveren?’ en ‘Hoe kunnen we goed onderwijs maken - zodanig dat studenten welgevormd het vak ingaan?’”.
Participatiewet
Bij de ontwikkeling van het nieuwe curriculum is het werkveld nauw betrokken. Ruth licht toe: “De reden voor het ontwikkelen van een nieuw curriculum was dat er een moderner en flexibeler concept nodig was, dat aansloot bij het snel veranderende werkveld. Als gevolg van de participatiewet werd de zorgverlening anders: het accent verschoof van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Omdat het werkveld die veranderingen aan den lijve doormaakte en de consequenties hiervan voelde, vonden we het ontzettend belangrijk het werkveld te betrekken bij de herziening van ons curriculum. We wilden ons laten informeren door de juiste personen, zodat inhoud en vorm van het curriculum nauw zouden aansluiten bij het beroep.”
Visie op onderwijs
Naast het betrekken van samenwerkingspartners bij het ontwikkelproces is er ook de onderwijsinhoudelijke kant. Ruth: “We zijn een onderwijsinstelling: dus onderwijskundig moet je het ook goed doen. Uiteraard willen we ons verbinden met het werkveld waarvoor we opleiden; tegelijkertijd vindt er ook vorming plaats los van het werkveld. We streven ernaar dat studenten een werk- en denkwijze ontwikkelen en verwerven die horen bij het niveau van een bacheloropleiding. Visies op onderwijs ontwikkelen zich in de loop van de tijd. Ook daarin willen we up to date blijven en het goede meenemen uit de verschillende modellen.”
Bouwstenen
Ruth vervolgt: “Praktijkgericht onderwijs is iets waar we als CHE op focussen. Verschillende modellen bieden hier handvatten voor, zoals de modellen van Zitter en Hoeve en van Filip Dochy. Van het onderwijsmodel van laatstgenoemde gebruiken we een aantal bouwstenen. Denk bijvoorbeeld aan het aanbrengen van variatie, het in huis halen van de praktijk, het construeren van praktijksituaties, het benutten van casuïstiek en het daadwerkelijk actief zijn in de praktijk. Doordat we verschillende modellen naast elkaar gebruiken, houden we ruimte en flexibiliteit in het curriculum. We beschouwen modellen als bron van inspiratie en als richtinggevende – dus geen rigide – maatstaf voor ons curriculum. Centrale elementen in het curriculum zijn praktijksturing en zelfsturing.”
Balans
“Nu we een paar jaar werken met het nieuwe curriculum ontdekken we punten waarop herziening wenselijk is.”, evalueert Ruth. “We hanteren de tien kerntaken van de Sociaal Werker, maar zien onder meer dat de kerntaal ‘informeel netwerk’ in verhouding vrij groot is en dat heroverweging van sommige gemaakte keuzes, zoals deze, nuttig is. De achterliggende tijd hebben we ons specifiek beziggehouden met de vraag of ons curriculum in balans is met het landelijk opleidingsplan. Ook hierbij hebben we het werkveld betrokken. Hoe zijn organisaties bezig met de kerntaken? Vormen ze een goede weergave van het beroep? Afstemming en overeenstemming zijn belangrijk om ons gezamenlijk in te zetten voor het opleiden van onze studenten tot goede professionals! Door voortdurend in gesprek te zijn met het werkveld en ons te laten inspireren door onderwijskundige visies streven we ernaar een actueel, fris en stevig curriculum te blijven bieden.”