Op haar achttiende vertrok Dieke Scheurwater voor vier maanden naar een vluchtelingenkamp op Lesbos. Een ervaring die zoveel impact op haar had, dat haar leven voorgoed veranderde. Dieke: “Er ligt een stukje van mijn hart op Lesbos en Samos.”

Impact op Dieke
“In 2019 ging ik voor het eerst naar Lesbos om vier maanden te werken in een vluchtelingenkamp. Ik was achttien, woonde in Opheusden en groeide op in een behouden gezindte. De hele vlucht naar Griekenland heb ik gehuild, zo spannend vond ik het om te gaan. Toen ik op Lesbos was ging er letterlijk een wereld voor me open, ik besefte opeens hoe bevoorrecht ik ben. Ik hielp met tenten neerzetten en ging werken op de vrouwenafdeling. We werkten 12 uur per dag en we leefden mee met de vrouwen en kinderen in het kamp.”
“Het was in het begin echt een cultuurshock: zoveel chaos, verdriet en problemen. Maar ik besefte ook hoe mooi verschillende culturen zijn en hoeveel geluk ik heb gehad met waar ik geboren ben. Ik heb veel geleerd van de vluchtelingen en ik ben onder de indruk van hoe veerkrachtig mensen kunnen zijn. Dat ze ondanks alles toch nog kunnen dromen. Voordat ik naar Lesbos ging had ik me nooit bezig gehouden met vluchtelingen, ik was als puber met heel andere dingen bezig. Door mijn ervaringen op Lesbos kwam ik op het idee om Social Work te gaan doen. Ik wilde hetzelfde werk doen, maar dan professioneel. (In de zin van: niet als vrijwilliger.)”
“Mijn ervaringen op Lesbos en Samos (waar ik in de afgelopen jaren nog meerdere keren ben geweest) hebben mij enorm gevormd. In kamp Moria heb ik voor best hete vuren gestaan, dat maakt dat ik nu niet snel onder de indruk ben van iets. Soms waren er gevechten, hadden vrouwen een paniekaanval of was er sprake van automutilatie. Ik heb me heel vaak machteloos gevoeld op die momenten, je zou zo veel meer willen doen. Maar je kan er op zo’n moment maar voor een iemand zijn en dat is genoeg.”
Impact op de ander
Inmiddels heeft Dieke afgelopen juli haar diploma Social Work gehaald en werkt ze als ambulant begeleider bij stichting ROOZ. “Naast mijn baan, werk ik ook nog als vrijwilliger met vluchtelinggezinnen. Ik help hen met inburgeren en ga voor de gezelligheid bij hen op bezoek. Dan drinken we thee en communiceren we in een mix van Nederlands, Engels en Arabisch. Daarnaast ben ik ook politiek actief bij de jongerenorganisatie van de ChristenUnie. Momenteel nemen we een podcast op over asiel en migratie.”
“Het werken met vluchtelingen heeft me wel creatief gemaakt. Als je geen taal hebt moet je op andere manieren communiceren. In mijn werk gebruik ik die ervaring door bijvoorbeeld te gaan tekenen of spelenderwijs cliënten te helpen.”
“Als ik nieuwsberichten zie over vluchtelingen, dan begint het alweer te kriebelen. Met mijn man praat ik ook veel over dit thema. Ik kan me niet voorstellen dat mensen dit werk zonder God doen, je mist dan echt een stuk hoop. Ik heb het gevoel dat het werken met vluchtelingen mijn roeping is en ik niet anders kan. Het voelt een beetje als een plicht, in positieve zin.”